Voor het WK in Montichiari, vertrokken we met de voltallige selectie voor twee weken naar het Portugese Anadia. Hier verbleven we net als vorig jaar in het Anadia Sports Centre. De dag bestond meestal uit ’s ochtends een baantraining, ’s middags losrijden op de weg. De baan in Anadia is erg goed om op te trainen. Via onze verblijfplaats is het ongeveer 15 minuten fietsen naar de baan – dus is de warming up al bijna gedaan – en rijden we zo de baan op. Op de baan is het lekker warm, een factor die altijd belangrijk is! Omdat het nog twee/tweeënhalf weken tot aan het WK is, trainen we nog best hard. Daarom is ’s middags de uitrijdtraining heel belangrijk. Zo rijd je je benen los en kunnen we de volgende dag er weer tegen aan. In Anadia konden we gelukkig best veel op de weg rijden, maar een paar keer stapte we op de roller of tacx vanwege het slechte weer.
Na de twee weken vertrokken we vanuit Portugal naar Italië. Dus geen tussenstop thuis, we gingen meteen door. Voor ons was dit best belangrijk om een keer te doen, omdat het plan staat dat we dit zo ook voor de spelen gaan doen. Zo hebben we het een keer meegemaakt en staan we straks in de zomer niet voor een verassing.
In Montichiari aangekomen moesten we nog een dagje wachten op de vrachtwagen die met onze spullen zouden komen. Zo konden we mooi het kleine stukje van het hotel naar de baan lopen, en even op de wielerbaan kijken. ’s Middags was de vrachtwagen er gelukkig al en konden we die middag meteen al de baan verkennen. De baan in Montichiari reed best goed, de baan had ruime bochten die je goed kon nemen. De dagen tot aan de kilometer bestonden uit één training op de baan, en vervolgens rusten in het hotel.
Zaterdag 19 maart was het dan eindelijk zo ver, laat in de middag reden we de kilometer. Omdat we vorig jaar tweede werden en goed in de UCI-ranking stonden, startte Larissa en ik al één na laatste. Grote concurrenten Australië, Japan en Nieuw-Zeeland startte een paar heats voor ons, uittreden wereldkampioenen Groot-Brittannië als laatste na ons. Voordat wij in de startblokken gingen, had het Australisch koppel een snelle tijd van 1.07,5 neergezet. ter vergelijking, met die tijd wonnen de Engelsen vorig jaar in Apeldoorn. Larissa en ik reden vorig jaar 1.09,5. We moesten nu dus wel heel hard rijden om die tijd te verbeteren. En dat deden we. We verpulverde de snelste tijd met een nieuw persoonlijk record van 1.06,095, een tiende boven het huidig wereldrecord gezet op een hoogland baan. Zeker van zilver waren we met alleen de Engelsen nog te gaan, maar die kwamen met een tijd van 1.07,4 er niet aan. Wereld kampioen! Voor nu is dit natuurlijk geweldig en nog haast ongelofelijk, maar als ik dan verder denk aan aankomende zomer, lijken onze kansen op goud in Rio steeds maar groter te worden.
Na de euforie van de dag er voor, stond op zondag het sprinttoernooi op het programma. Helaas is dit geen onderdeel op de Spelen in Rio, maar is het wel een fantastisch onderdeel. Begonnen werd met de 200m vliegende start, waar we een derde tijd noteerde van 11,364, net geen persoonlijk record. Vervolgens moesten we in de kwartfinale tegen de Ierse dames, van wie we tactisch met 2-0 wonnen. Na de pauze stonden we in de halve finale tegen onze sterke concurrenten, de Engelsen. De eerste rit wisten we nog te winnen, maar onze tegenstandsters wonnen de tweede waardoor er een belle verreden moest worden. In die belle waren de Engelsen net wat slimmer en sneller als ons, waardoor wij naar de kleine finale verwezen werden. In die kleine finale moesten we tegen de Japanse dames, waar we al eerder tegen gereden hebben. We wisten de ritten slim aan te pakken en met de gedachten dat wij sneller waren wonnen we de twee heats en kregen we op het podium het verdiende brons om gehangen!
De uitslagen van dit WK beloven veel goeds voor aankomende Spelen. Niet alleen wij, maar de gehele baanselectie heeft fantastisch gepresteerd dit WK. Met 3x goud, 3x zilver en 3x brons kunnen we dat wel uitspreken. We kunnen zeker nog sterker en sneller worden, en hebben ook nog een paar maanden om daar hard voor werken. Next stop: Rio de Janeiro, Brazilië!
Foto’s: Anita Dolman, UCI