Jolien D’hoore wil nog één, allerlaatste keer knallen in haar afscheidsseizoen. En dan… “Trouwen, kindjes en mijn eigen trainingscentrum”
WielrennenHet afscheid wenkt. Maar eerst wil Jolien D’hoore (30) nog één, allerlaatste keer knallen in het klassieke voorjaar. Met Lotte Kopecky op de Olympische Spelen in Tokio een gooi doen naar goud in de ploegkoers. En, als het even kan, ook nog het WK in Vlaanderen meepikken. Dan zal de cirkel rond zijn. Haar carrière af. “Ik heb er het maximum uitgehaald, vind ik.”
Met welk gevoel begin jij aan je laatste klassieke lente?
«Eigenlijk zijn het vooral jij en je collega-journalisten die me daar op wijzen. (lacht) Zelf ben ik er niet zo mee bezig. Ik zal niet elke koers aan de start staan met de gedachte: ‘ha, ’t is de laatste keer hier’. Het gevoel is niet anders dan de voorbije jaren: ik ben klaar om erin te vliegen en zoveel mogelijk te winnen. Mentaal moet ik mezelf niet opladen, de motivatie is groter dan ooit.»
Ook je ploeggenote Anna van der Breggen neemt eind dit seizoen afscheid. Leuk om samen nog één keer die klassiekers te kunnen rijden?
“Absoluut. Op de laatste trainingsstage in Spanje lag ik drie weken met haar op de kamer. Ze stond aanvankelijk niet op de deelnemerslijst voor de Omloop. ‘Hey, de wereldkampioene mag daar toch niet ontbreken’, zei ik haar. ‘Kom, rij gewoon mee’. Dus start ze.” (lacht)
Hoe gaat dat voorjaar er precies uitzien?
“Ik rijd het volledige Belgische programma tot en met Parijs-Robaix. Tot Le Samyn, Nokere Koerse en de Omloop van de Westhoek toe. Aansluitend is er nog een wedstrijd op de piste, in Newport. Daarna las ik een week rust in, om vervolgens terug op te bouwen naar de Olympische Tokio. Dat gebeurt onder meer via een hoogtestage in… de Bakala Academy in Leuven, waar ik zal slapen in een hoogtekamer en trainen op het vlakke en op de piste in Gent. De bedoeling was om dat te combineren met enkele eendagsraces en rittenkoersen als The Women’s Tour (Groot-Brittannië, red.) en de Ronde van Thüringen. Maar The Women’s Tour is al geannulleerd. We moeten nog even bekijken hoe we dat kunnen opvangen. Pistewerk is er in die periode niet.”
Ga je nog op prospectie naar Tokio?
“Ik ben er twee jaar geleden geweest. Een tweede keer is in principe niet nodig. Ik heb nog niet gereden op de olympische piste, maar ik heb ze wel gezien. We weten in welke omstandigheden we er zullen verblijven. Eigenlijk weten we alles.”
Welke doelen stel je jezelf nog op de weg?
“Ik zou zaterdag alvast heel graag de Omloop winnen. Een koers me ligt en nog ontbreekt op mijn palmares. In tegenstelling tot de voorbije jaren, toen ik constant op de piste trainde en reed, heb ik me nu voor het eerst in mijn carrière eens een volledige winter op de weg kunnen voorbereiden. Zoals een echte wegcoureur. Tot dusver is me dat heel goed bevallen. De waarden die ik haal op training zijn beter dan ooit. Benieuwd wat dat gaat geven in de koers. Het kan mee- of tegenvallen.”
Kijk je ook uit naar de allereerste Parijs-Roubaix voor vrouwen?
“Ja, ik ben blij dat ik die alsnog een keer zal kunnen rijden. Dat wordt iets speciaals. Iedereen kijkt ernaar uit, maar tegelijk wordt het ook een hele zware wedstrijd. Veel meisjes beseffen dat nog niet goed, denk ik. We hebben hem al een paar keer verkend en… ja… ’t is echt de ‘Hel’, hé. (lacht) Letterlijk.”
‘Op de vlakke kasseistroken rijden ze er Jolien daar niet af. Dus is ze zeker één van de zegekandidaten’, zegt Lotte Kopecky.
“Er zitten geen hellingen in, da’s een feit. Op de kasseien gaat het om pure power. En techniek. De stroken daar zijn niet te vergelijken met die van de Vlaamse Ardennen. Zowel Lotte als ik beheersen die techniek. Dus ja… het wordt een mooie wedstrijd. En aankomen op een piste: kan niet beter. (lacht) Hoe mooi zou het niet zijn mochten Lotte en ik samen naar de Vélodrome kunnen rijden om daar te sprinten voor de overwinning?”
Als de motivatie groter is dan ooit, stellen we onszelf de vraag: waarom stop je, Jolien? 30 is nog niet zó oud.
“Klopt. Maar het is wel een goed moment om te stoppen. Je moet dat doen op een hoogtepunt, vind ik. Niet na het beruchte ‘jaar teveel’.”
Normaal zou je vorig jaar zijn gestopt, na de Olympische Spelen in Tokio?
“Dat was één van de opties die ik in mijn hoofd had zitten. Zonder dat op voorhand officieel aan te kondigen. 100% zeker was het nog niet.”
‘Ik hoop het Belgische vrouwenwielrennen in mijn laatste jaar naar een nóg hoger niveau te tillen en het op een mooie manier achter te laten, met een gerust gemoed’, zeg je. Da’s mooi.
“Ik voel het niet aan als een plicht, wel een beetje als een missie. Dat ze er nog over praten als ik weg ben, bedoel ik… Lotte is goed bezig. En er is wel wat jeugd op komst. Ik hoop echt dat die doorbreekt. Dat kan, op voorwaarde dat ze goed begeleid wordt. Dat ze de juiste omkadering krijgt.”
Daar kan jij voor zorgen, Jolien.
“Graag. Ik wil na mijn actieve carrière in de koers blijven. Mijn ervaring doorgeven aan de jeugd. Die meisjes opvolgen, coachen.”
Dreigt er na jou en Lotte geen leegte? Of ben je daar gerust in?
“Echt gerust ben je nooit. We zijn Nederland of de Verenigde Staten niet. Er is wel degelijk een verschil. Maar ik ben ervan overtuigd dat ook bij ons talent aanwezig is. Er wordt ook volop naar gespeurd. Zie de campagne ‘#ZIJAANZIJ’ van Cycling Vlaanderen en de talentenzoektocht ‘Koers zkt. Vrouw’ van het Star Casino Cycling Team. Zeer lovenswaardige initiatieven. Wat nog ontbreekt is die laatste, superbelangrijke stap die met dat dat talent wordt gezet. Het aankweken van de goeie ingesteldheid ook. Het besef moet er zijn dat het niet vanzelf komt, dat het keihard werken is en je er niet geraakt met twee, drie uurtjes rustig fietsen. Bij velen is dat besef er niet. Ik merk bij voorbeeld goed het verschil tussen SD Works en de nationale ploeg. Hier wordt niet geklaagd, maar getrapt. De juiste, professionele mentaliteit. Als het te lastig wordt, haken veel Belgische meisjes af. Klinkt misschien hard allemaal, maar het is gewoon zo.”
Wie zie jij als grootste aankomende talenten?
“Ik denk in de eerste plaats aan Julie De Wilde. Al is ze me het afgelopen jaar minder opgevallen. Ik denk dat ze iets teveel hooi op haar vork neemt en dat ze toch wel keuzes zal moeten maken. ‘Welke richting wil ik uit? De weg? Het veld? De piste?’ Met Shari Bossuyt heb ik heel lang gewerkt op de piste. Zij kan echt wel iets. Shari is meer een hardrijder, beetje zoals Lotte. Als ze er zich nóg meer op instelt, nóg professioneler wordt en als die ‘motor’ wat aansterkt, kan dat wel iets worden. Marith Vanhove is supersnel. Ik heb met haar krachttraining gedaan in de fitness… Amai, wat zij kan op squat en leg press is ongelooflijk. Ik stond er echt sprakeloos naar te kijken. Nogmaals: als ze er op de juiste manier mee werken, komt het goed. De signalen zijn alvast uitstekend.”
De ‘over-mijn-lijk’-mentaliteit hebben ze nodig. ‘Die Jolien nog méér heeft dan ik’, zegt Lotte.
“Zegt ze dat?”
Dan gaat het over wíllen winnen, iets wíllen bereiken…
“Klopt wel. Buiten de koers ben ik een volledig andere persoon dan in de koers. Als ze me een rugnummer opspelden en me in een peloton plaatsen, dan draai ik een knop om in mijn hoofd en is het gewoon knallen. Echt raar. Maar dat moet je wel een beetje hebben. Je moet soms wat egoïstisch zijn. Ballen hebben, gewoon. Soms zeg in tegen mijn ploegmaats: ‘sorry, maar vandaag rijden jullie allemaal voor mij, ik kan en wil hier winnen’. Klaar. Dat hebben de Belgische meisjes net iets te weinig. Ze zijn daarin wat terughoudender. ‘Jolien is geen echte Belgisch’, zeggen ze dan in het team. Ik zeg altijd wat ik denk, ben recht-door-zee.”
Heb je, voor jezelf, toch stilaan het gevoel van: ‘de cirkel is rond, mijn carrière is af’?
“Dat wel. Ik denk dat ik het maximum uit mijn carrière heb gehaald. Op die ene voorjaarsklassieker die ik nog nastreef na en een goeie olympische ploegkoers in Tokio met Lotte, heb ik het gros van wat ik wilde bereiken wel bereikt. Ook op dát vlak kan ik stoppen met een gerust gemoed. Ik heb nergens spijt van. Heb ook altijd de juiste ploegkeuzes gemaakt. Overal heb ik iets geleerd, iets kunnen meepikken. Nu ben ik echt op mijn plaats terecht gekomen bij SD Works. Alles valt een beetje in de plooi. Heel plezant.”
Hoe heb je het vrouwenwielrennen zien evolueren al die jaren?
“Het is enorm veranderd, in alle opzichten. Vroeger had je toppers zoals Marianne Vos, die de Ronde van Vlaanderen won en twee maanden later een klimkoers en dan nog wat later de Giro… Dat zie je nu niet meer. Je hebt sprinters, klimmers, punchers. Net als bij de mannen bevat het peloton nu verschillende profielen, diverse types. Er wordt ook elk jaar almaar sneller en sneller gereden. Je denkt altijd van ‘ik trap zoveel watt meer dan vorig jaar, nu ga ik beter zijn’ maar iedereen zet die stappen. Ook tactisch gaan we veel meer de weg op van de mannen. De meeste ploegleiders van de vrouwelijke WorldTourteams komen uit het mannelijke profwielrennen, zoals Jeroen Blijlevens en, bij ons, Danny Stam. Die hanteren bij ons nu ook de tactiek van ‘vroege vlucht, groepje tien minuten laten wegrijden, gat dichtknallen en dan finale rijden’. Dat zag je vroeger niet. Ze kónden dat gewoon niet. Nu spelen we echt ook met knechten en ‘kopvrouwen’.”
Was het een leuke en mooie wereld om in te vertoeven?
“Ja, eigenlijk wel. Heel familiaal. Minder stressvol dan het mannenwielrennen. We hangen met z’n allen heel goed aan elkaar in de ploeg. Het wordt wel lastig om daar afscheid van te nemen, denk ik. Van de levensstijl en zo. Dat ga ik wel missen. Al was ik tijdens de coronalockdown vorig jaar wel blij dat ik eens gewoon ‘thuis’ kon zijn, samen met Pieter (haar vriend, red.). Hij en ik, wij samen in onze eigen kleine coronabubbel. Daar heb ik echt van genoten. Al begon ik snel ook weer te denken: ‘ik moet me met iets bezighouden’. Dus ben ik beginnen studeren, opleidingen volgen.”
Wat heb je precies gedaan?
“Ik had al een kine-diploma. Maar ik ben heel erg geïnteresseerd in krachttraining, in fitness. Omdat ik dat zelf veel doe. Ik wil daar ook iets mee aanvangen na mijn carrière, dus heb ik een opleiding ‘personal training’ voltooid. Ik ben nu dus personal coach. Bedoeling is dat ik me vooral toespits op het wielrennen. Ik ben ook nog bezig met een voedingscursus. En een trainerscursus van de Vlaamse Trainersschool (VTS).”
Met andere woorden: je bereidt nú al je reconversie voor.
“Ja. Mijn droom is om mijn eigen trainingscentrum op te richten. (lacht) En die ga ik verwezenlijken. Om eerlijk te zijn: samen met Pieter, die nu ‘bikefitter’ is, ben ik er al volop mee bezig. Het gaat er zeker komen. Op korte termijn, zelfs. Bedoeling is om er meteen in te stappen vanaf de dag dat ik stop met koersen. Het wordt iets groots. Meer kan ik er nog niet over vertellen. Ik wil het nieuws in een later stadium officieel bekendmaken.”
Als een vrouw stopt met topsport, denken we ook meteen aan… kindjes.
“Klopt, mijn biologische klok tikt. Ik zou ze heel graag willen. Maar je krijgt ze niet op bestelling, hé.”
Ben je getrouwd?
“Neen, ook nog niet. Dus bij deze, Pieter… (lacht) Ik wacht nog altijd. Maar het is de bedoeling dat het er inderdaad van komt. Het wordt veel in één keer, denk ik. Maar het zijn wel leuke vooruitzichten. Ik kijk ernaar uit, ook al denk ik dat ik het nóg drukker zal hebben dan nu.”
Eerst en vooral dat klassieke voorjaar tot een goed einde brengen. En hét orgelpunt op je carrière wordt die olympische ploegkoers in Tokio.
“Ik hoop opnieuw een medaille te kunnen behalen (na het brons in het omnium in Rio 2016, red.). Makkelijk wordt het niet. Lotte en ik zijn wel een goed en ervaren ‘combo’, denk ik. Maar de concurrentie is enorm. We strijden met op z’n minst acht landen voor de medailles. Ik moet wel zeggen: op de Spelen kan ik altijd net iets meer. Geen idee hoe dat komt, maar het evenement maakt een heel aparte indruk op me. Ik kom daar precies in een heel andere ‘zone’ terecht. Je moet ook echt wel in je eigen wereld kunnen vertoeven op dat moment en afstand kunnen nemen van wat zich daarbuiten afspeelt. Dat lukt me aardig. Andere meisjes uit andere landen gaan daar aan ten onder, merkte ik al. Iedereen dient zich conditioneel top aan op de Spelen. Maar het mentale maakte het verschil. De manier waarop je met de druk omgaat is heel belangrijk.”
Stel dat jullie na een Europese en een wereldtitel ploegkoers nu ook de olympische titel pakken, dan…
“…zou ik zeker kunnen stoppen, ja.”
Ware het niet dat er eind september ook nog een WK in Vlaanderen wordt gereden.
“Daarom: ik zóu kunnen stoppen na Tokio. Maar dat kan ook aan het eind van het seizoen. Na het WK dus. Of een week later zelfs, na de Ronde van Drenthe… Pin me nog niet op vast op een datum. Ik zie het wel.”
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
PREMIUM33
Insiders uit Lotto-wielerteam over Jannie Haek: “Hij is het laagste waar ik ooit in mijn professionele carrière mee te maken kreeg”
-
Mijnenergie
Vaste energieprijzen stijgen opnieuw: 10% erbij op twee maanden tijd
Nadat vorige maand een einde kwam aan de maandenlange prijsdaling voor energie, veren de prijzen nu nog eens met enkele procenten op. Dat leert Mijnenergie.be uit de tarieven voor nieuwe vaste contracten of contractverlengingen die de energieleveranciers vandaag - aan het begin van de nieuwe maand - publiceren. -
4
“Ik schrik mij een ongeluk”: onwaarschijnlijke beelden tonen ravage nadat plafond op Oliver Naesen terechtkomt
En toen... kwam het plafond plots naar beneden. Oliver Naesen overnachtte deze week in een Duits hotel voor de Eschborn-Frankfurt, maar werd daar ‘s nachts plots opgeschrikt door enkele flinke pleisterbrokken die naar beneden vielen. Als een geluk bij een ongeluk kwam Naesen er met een bezeerde enkel van af. -
-
Spaargids.be
Mag je het geld op de rekening van je kind als ouder zelf gebruiken? En wat kan je zoon of dochter (zonder dat jij het weet)?
-
28
Zo beleefde Sven Nys de stuntzege van zoon Thibau vanop z'n hotelkamer in Mallorca: “Ik bibberde over mijn hele lijf”
Hij moet zowat de meest trotse vader van het moment zijn. Sven Nys (47) zag z'n zoon Thibau (21) stunten naar de overwinning in Zwitserland. Vader Sven kon de eerste World-Tour-overwinning van zijn zoon niet live meemaken, maar volgde via een laptop vanuit Mallorca. “Als Thibau de meet ‘riekt’, dan is hij echt een killer. Het was kippenvel, ik bibberde over mijn hele lijf", geniet Nys na. -
Livios
Last van de tuinomheining van je buren? Dit zijn de regels omtrent vergunning, plaatsing en onderhoud
Wil je jouw tuin omheinen met een tuinafsluiting? Of heeft je buur dat gedaan en ben je daar niet helemaal tevreden mee? Bouwsite Livios legt uit hoe de vork precies aan de steel zit wat betreft dit - soms heikel - onderwerp. -
PREMIUM
Pogacar meteen in het roze, of botst hij op de ‘oude’ Alaphilippe? “Ik voelde mij elke dag sterker worden in Romandië”
-
Gouden Giro2
Frederik Davids, de winnaar van vorig jaar, geeft tips om te scoren in de Gouden Giro: “Transfers zo lang mogelijk uitstellen”
-
12
In het oog springende deal: Demi Vollering en sportmerk Nike slaan handen in elkaar
Demi Vollering (27) is een ‘Nike-atleet’. De Nederlandse topwielrenster, vorig jaar winnares van de Tour de France Femmes, heeft een deal gesloten met het sportmerk. “Zij gaan mij helpen mijn dromen en doelen van de komende jaren na te streven.” -
PREMIUM5
Onze analist Jan Bakelants interviewt Cian Uijtdebroeks: “Hier word ik eerder geprezen om mijn werkwijze dan dat het hen stoort”
Tadej Pogacar verslaan lijkt una missione impossibile. De top tien, top vijf of zelfs het eindpodium in de Giro is wel haalbaar voor Cian Uijtdebroeks. “Cols van boven de tweeduizend meter, daar heb ik geen schrik van.” Onze analist en commentator Jan Bakelants - zelf vier Giro’s (uit)gereden - ziet dat het goed zit met de 21-jarige kopman van Visma-Lease a Bike. “Het siert je dat je zo zelfkritisch bent.” -
1
Neem nu deel aan de Gouden Giro en maak kans op de hoofdprijs van 5.000 euro dankzij HLN
0 reacties
Resterende karakters 500
Log in en reageer