Michael Zijlaard na een jaar zonder Roompot: “We waren van toegevoegde waarde”
Interview Vijf jaar lang gaf Roompot kleur aan de koers met zijn aanvallende manier van rijden, in het oog springende truitjes en boegbeelden als Boogerd, Breukink en Van Poppel. Inmiddels moet het peloton het alweer een seizoen zonder de Nederlandse ploeg stellen. Michael Zijlaard is trots op wat hij met het team heeft neergezet. Maar Orange Cycling, dat is weg. “Dat concept kan nooit weer op dezelfde manier binnenkomen. Dat is kansloos.”
We gaan zeven jaar terug in de tijd. Vrijwel alles had Zijlaard, telg van de bekende Rotterdamse wielerfamilie, al eens gedaan en gezien in de wielersport. Hij was zelf renner geweest, reed rond op de derny, bestuurde ploegen als AA Drink en Leontien.nl in het veldrijden, baanwielrennen en bij de vrouwen, organiseerde wedstrijden… Bovendien was hij met Leontien van Moorsel, met wie hij in 1995 in het huwelijk trad, de hele wereld rondgevlogen en maakte hij haar olympische titels van dichtbij mee. Alleen die professionele mannenploeg, die had hij nog nooit gerund.
In die jaren zag hij twee grote ploegen hun Nederlandse gezicht verliezen. Rabobank verdween uit het peloton en werd vervangen door het Amerikaanse Belkin en Argos Oil, dat zijn roots heeft in de Hoeksche Waard, stopte met de sponsoring van Argos-Shimano. Ook wachtte Nederland al sinds 2005 op een nieuwe etappewinnaar in de Tour de France en voor de laatste Nederlandse geletruidrager moesten we nog langer terug. “Elke keer werd Erik Breukink weer opgetrommeld, dus in die periode stonden we er helemaal niet zo goed voor”, blikt Zijlaard terug.
In 2014 achtte hij uiteindelijk de tijd rijp om de missie Orange Cycling op te tuigen. “Ik dacht, dit is een mooi moment. Maar dan moet het concept wel zó zijn, dat we gelijk de aandacht krijgen, we sympathiek worden bevonden en we het bedrijfsleven achter ons krijgen. Toen kwam het idee om een volledig Nederlandse ploeg op poten te zetten, dus met een Nederlandse fiets, Nederlandse banden, Nederlandse helm… In het eerste jaar gebruikten we maar twee producten die van buiten Nederland kwamen, voor de rest was álles Nederlands.”
Dat zijn ploeg niet meteen de Ronde van Vlaanderen zou winnen, besefte hij wel. “Maar we wilden ons in elk geval laten zien. Ons concept was goed, we hadden ploegleiders die heel bekend zijn; zo kon je tussen de teambussen zomaar Michael Boogerd of Erik Breukink tegen het lijf lopen. We waren de allerkleinste ploeg, maar we probeerden wel telkens dingetjes te doen waarin we uniek konden zijn. Zo gaven we tijdens de Amstel Gold Race alle kinderen Koos Konijn-wielerkonijntjes mee en deden we onze presentatie tijdens de Rotterdamse zesdaagse voor volgepakte tribunes.”
Ronde van Vlaanderen
Van 2015 tot en met 2019 maakte Roompot deel uit van het peloton. In het eerste jaar mocht de ploeg meteen opdraven in vrijwel alle voorjaarsklassiekers, waarin de oranjemannen opvielen door vaak in de aanval te trekken. Zo animeerde Dylan Groenewegen mee de koers in de Ronde van Vlaanderen door aan te haken bij de vroege vlucht. De destijds pas 22-jarige sprinter zorgde in de tweede helft van het seizoen samen met Maurits Lammertink voor de eerste overwinningen voor het team in respectievelijk de Arnhem-Veenendaal Classic en de Tour du Limousin.
Door de jaren heen zouden negentien zeges worden behaald. Pieter Weening, die overkwam van Orica GreenEDGE, schonk de oranjeploeg het eerste succes op WorldTour-niveau door in 2016 in de Ronde van Zwitserland de bergetappe naar Amden te winnen. Twee jaar later voegde Taco van der Hoorn daar, na een lange ontsnapping, een etappezege in de BinckBank Tour aan toe. De ploeg verdween uiteindelijk aan het eind van het seizoen 2019, nadat hoofdsponsor Roompot had besloten zich terug te trekken.
Trots
Zijlaard kijkt met trots terug op zijn periode met de ploeg. “In de wielersport zie je heel vaak dat er wordt voortgeborduurd op iets wat al bestaat. Zo kwam Rabobank ooit voort uit WordPerfect, en eerder uit Kwantum, en het huidige Team DSM was vroeger Skil-Shimano. Dat ik vanuit een idee, vanaf nul, een ploeg heb opgebouwd en mensen enthousiast heb kunnen maken, maakt me misschien wel het meest trots. Ik belde Michael Boogerd op, ik vertelde Jean-Paul van Poppel wat ik van plan was, en ze waren meteen superenthousiast!”
“We zijn er trouwens altijd heel transparant over geweest dat we Michael erbij namen. Zijn rugzak zit immers stampvol. Hij heeft veel ervoor gelaten om zover in de wielersport te komen. Ook heeft hij een paar afslagen gemist door de omstandigheden, waardoor hij in de problemen is gekomen. Maar die bagage was voor een ploeg als de onze ook heel belangrijk. Jonge renners nemen toch eerder iets aan van iemand die zegt ‘joh, ik heb daar veel gezeik mee gehad, je kan dat beter niet doen’, dan van iemand die zegt ‘het lijkt me niet zo goed als jij dit gaat doen’. Ja, hoe weet jij dat nou?!”
Daarnaast is Zijlaard voldaan dat de ploeg ondanks een klein budget zoveel grote koersen heeft kunnen rijden. “We hadden altijd zo’n drie miljoen euro, daarmee ben je Pinokkio op dit niveau. Met enkel Nederlandse renners maakten we het onszelf ook al hartstikke moeilijk. Kortom, ik ben trots dat het me gelukt is en dat we veel plezier hebben gehad. En ook dat we jonge mensen als Groenewegen en Antwan Tolhoek de kans hebben gegeven. We waren van toegevoegde waarde voor het profwielrennen. Met trots kijk ik terug dat het gelukt is.”
Performance coach
Terugkijkend op het vijfjarige avontuur zijn er wel dingen die Zijlaard anders zou hebben gedaan – al had hij ook niet altijd het geld ervoor om bepaalde dingen te realiseren. “Ik koos heel erg voor de PR-machine achter Roompot. In het begeleidingsteam hadden we allemaal grote namen uit de wielerhistorie met praktijkervaring, wat super gewerkt heeft. Maar ik had nooit geld om ook met bijvoorbeeld een performance coach aan de slag te gaan, of mensen die de wielersport vanuit de wetenschap benaderen.”
“Dat wil niet zeggen dat Boogerd, Breukink en Van Poppel geen goede trainers zijn, want die weten exact hoe de wielersport in elkaar zit en wat je ervoor moet doen en laten. Tegenwoordig wordt echter ook steeds meer gekeken hoe renners op de fiets zitten, waar de aerodynamica zit, wat het beste is op het gebied van voeding, waar in de training nog terrein te winnen is. Dus ik zou altijd investeren in de combinatie van mensen die kunnen vertellen vanuit hun ervaring en wijsheid in de wielersport èn de wetenschap.”
Businessmodel
Ook vindt Zijlaard dat hij beter naar het businessmodel had moeten kijken. “In de wielersport zijn ploegen zo kwetsbaar als wat. Eigenlijk leven we maar van de sponsoring en de merchandising, al mag het allemaal geen naam hebben. Zeker bij een kleine ploeg niet, maar ook bij een grote ploeg kan je met merchandising echt niet een gedeelte van je begroting dichttimmeren. Eigenlijk zijn we alleen maar bezig om voor de sponsor reclame te maken en uiteindelijk ben je afhankelijk van of hij langer doorgaat of niet. Maar waar zit nou meer zekerheid voor de toekomst?”
“Persoonlijk denk ik dat er heel anders moet worden gedacht. Als wielersport vinden we onszelf heel groot. Maar wat zijn we met alle profploegen bij elkaar waard? Zet dat eens af tegen alleen al Real Madrid bijvoorbeeld. Ploegen zijn kwetsbaar en blijven maar tussen de machtspelletjes van organisaties en bonden zitten. Er wordt niet collectief iets bedacht waarvan we allemaal beter worden. Waarom krijgt een kleine ploeg bijvoorbeeld niet een paar centjes voor het opleiden van een renner? Te gek voor woorden.”
Kortom, de modellen moeten anders, vindt Zijlaard. “Je moet niet denken als wielerploeg, maar als wielerbedrijf. Je moet andere producten gaan leveren. Want als je alleen wielersport blijft verkopen, dan blijft dit het. Welke diensten kan je leveren, welke producten kan je leveren, zodat er, als er een sponsor wegvalt, ook een stukje omzet zit in iets anders? Nu zijn we tevreden als het budget sluitend is, want dat betekent dat we kunnen koersen. Dat is kortzichtig, want er hoeft maar een crisis aan te komen of een sponsor weg te vallen en je hebt een probleem.”
Als positief voorbeeld noemt hij de ASO, organisator van onder meer de Tour de France. Maar ook van onder andere de woestijnrally Parijs-Dakar. “Als je daar binnenstapt, dat is een bedrijf. Daar zitten marketeers die snappen hoe je dingen moet verkopen en hoe je diensten verleent. En dat is de vraag: hoeveel van dat soort lui zitten er in de wielersport? Ik denk te weinig. Omdat ik uit een ondernemend gezin kom, heb ik van jongs af aan gezien hoe mijn vader bedrijven opzette. Maar als je dat niet in je hebt zitten, dan ben je alleen maar met de koers bezig.”
Kruispunt
Zijlaard zou dus altijd naar een ander model zoeken om de sport binnen te komen. “Daar was ik bij Roompot te laat mee begonnen. We wisten dat we na vier jaar op een kruispunt kwamen. Het nieuwe was eraf en we konden sportief niet groeien, wat tevens met geld te maken had. Tegelijk werd Nederland in de wielersport met de opmars van Jumbo-Visma plots een stuk welvarender, waardoor een ploeg als de onze niet meer opviel. Daarnaast gingen veel ploegen steeds vaker met jonge jongens werken, waardoor ook het opleidingsmodel voor ons wegviel.”
Uiteindelijk bleef er maar een oplossing over: fuseren met zo’n zelfde kleine ploeg en zorgen dat het budget omhooggaat. Die fusiepartner werd het Belgische Vérandas Willems-Crelan, waardoor Roompot in 2019 ook Belgische renners aan boord kreeg. “We zaten toch ook een beetje in ons eigen concept gevangen, want we konden niet meer de slag maken om de businesscase ineens te veranderen. We waren al wie we waren. Als we zouden zeggen ‘we gaan nu internationaal’, dan draai je de kop af van je eigen concept.”
Een terugkeer van Orange Cycling in het peloton? Nee, dat zit er niet meer in. “Want dat concept kan nooit meer op dezelfde manier binnenkomen, dat is een kansloos verhaal. Dan zou er in een heel nieuw format worden gewerkt en zou ik het, wat ik net zei, veel meer vanuit een wielerbedrijf opzetten. Niet zozeer meer vanuit een wielerploeg, want dan is het elke keer een ratrace om het budget rond te krijgen en ben je alleen maar afhankelijk van sponsors. Dat is het slechtste model dat je maar kan hebben.”
Passie
De droom van Zijlaard om een wielerploeg op te zetten en daarmee het hoogste na te streven, is er niet meer zozeer. “Nu kijk ik veel meer wat er langskomt en wat ik leuk vind. Zou ik gevraagd worden om mee te bouwen aan weer zo’n project als Roompot, dan zou ik het natuurlijk wel tof vinden. Met alle ervaring die ik op allerlei fronten heb, kan ik ook wel van toegevoegde waarde zijn. Dan zou ik het ook anders doen. Maar het is geen bucketlistding. Ik vind het leuk om met de passie die ik voor fietsen heb juist aan de onderkant, de basis, te werken.”
“De onderkant bepaalt hoelang wij de wielersport heel mooi en heel groot houden. We krijgen met veel meer uitdagingen te maken, bijvoorbeeld omdat kinderen veel meer gamen. Esports wordt gelukkig een ding, maar daar moet onze sport wel echt mee aan het werk gaan. Dat Rotterdam nu flirt met de Tour de France, is voor mij bijvoorbeeld weer een ambitie om daar te helpen met mijn expertise om leuke dingen te doen rondom het wielrennen in de stad. Zulke dingen zijn voor mij nu veel meer een trigger.”
2020 was ook voor Michael Zijlaard een veelbewogen jaar. In november had hij eigenlijk in Rotterdam Ahoy als wedstrijdleider van de Wooning Zesdaagse langs de baan moeten staan, maar het coronavirus gooide roet in het eten. Daarnaast kwam na vijf seizoenen een einde aan het Roompot-project, waarvan hij aan de wieg stond. In een tweedelig interview neemt hij beide hoofdstukken door. Lees hier het eerste deel.
Er was/is zeker plaats voor zo'n soort ploeg, maar dan wel met een gedegen basis en goede begeleiding.
Zou je dat ook onsympathiek vinden als een Italiaanse of Britse ploeg dat heeft?
Zelfs als het Spaanse volkslied erop zou staan.
In al die jaren Roompot heeft alleen Groenewegen de stap naar de top gemaakt. De SEG academy heeft bv veel meer toegevoegd aan het Nederlandse wielrennen met het afleveren van o.a. Bol en Eekhof bij de profs.
Roompot: Van der Hoorn, Lammertink, Tolhoek en Van Goethem
Lampaert, Declerq, Wallays, Armee, de Buyst, de Vreese, van Hoecke, van Asbroeck, Vanmarcke, Serry, de Gendt (zowel Aime als Thomas), Keisse, Bakelants, Pauwels...
En dan mis ik er nog een hele hoop
Als je als ambitie hebt om niet hogerop te komen wordt 't nooit wat in de sport.
Eens kijken als de Tour weer naar Rotterdam komt of hij bereidt is met de huidige wielerorgisanitoren te willen samen werken
Of dat het weer een "one" man show (lees van Moorsel bv) wordt waarbij de ingangen naar de gemeente belangrijker zijn dan het evenement.
Zoals de vorige editie waar mijn team aan de zijlijn werd gezet door deze clubs
Maar toch waren wij het beste site event. Bellen mag altijd Michael, maar of ik opneem
Alsnog, het was best een leuk ploegje, vooral voor een beetje uitgerangeerde toppers of net-niet-renners die toch nog graag een jaartje of wat door wilden gaan met op hoog niveau rijden.
Tuurlijk je hebt een wegkapitein of twee nodig om die jonkies wat te leren, maar als je op die wegkapiteins moet leunen om succes te brengen...
edit: voor de duidelijkheid, ik vond het hele idee met een Nederlandse versie van Topsport Vlaanderen geweldig en ik ben altijd wel een beetje supporter geweest. Ik geloof ook in de capaciteiten van Zijlaard, Boogerd en Van Poppel. Ik geloof ook dat dit concept wel succesvol kan zijn; maar dat we wel eerst weer terug moeten naar een iets gezonder financieel klimaat.
Lekkere leermeesters ... maar niet heus.
Sommige profwaardige renners zijn nu gestopt of rijden ergens in Japan of Denemarken op ct niveau.
Meijers, van der Lijke, Wippert, Ligthart, van Goethem, Budding, Havik, van Schip en wat jonge renners als Daemen.