'Ik droom niet van geel in Parijs maar wel van een gelukkig leven'

© photo news

De Luxemburgse kampioen Andy Schleck is hot in het Groothertogdom. Meer nog dan zijn broer Fränk roept hij herinneringen op aan Charly Gaul, die in 1958 als laatste Luxemburger de Tour won. 'Kop nu niet dat ik deze Tour zal winnen', smeekt de jongste van de Schlecks. 'Het is wel op termijn een doel.'

Hugo Coorevits in Mondorf-les-Bains

Dinsdag vier juni. De Tour de Luxembourg rijdt naar Mondorf-les-Bains. Münneref in het Letzeburgs. Dit is

Schleckland

. Het is alsof de 4.000 inwoners van deze casinostad de blijde intrede van groothertog Henri verwachten. Aan de balkons van de huizen en flats fladdert de vlag met de bleekblauwe balken en de rode leeuw. Het nationale symbool, met daarnaast op een oranje achtergrond de Schleck-brothers.

De jongste twee zonen van ex-prof Johnny hebben de sport een geweldige boost gegeven. Het begon met de Amstel Gold Race en L'Alpe d'Huez van Fränk in 2006. Dan was er het geel van Kim Kirchen vorig jaar. In april maakte Andy zijn landgenoten helemaal gek met zijn

numéro

in Luik-Bastenaken-Luik. 'Het is opvallend hoeveel mensen nu naar de fiets als ontspanning grijpen. Jongeren én ouderen', zegt Denis Bastien, chef sport van de Franstalige krant

Le Quotidien

.

Al gaat een doorsnee-Luxemburger anders met zijn coryfeeën om dan de Vlaming met Tom Boonen. Na de finish onderhoudt Andy zich met wat supporters. Hij kent ze allemaal bij de voornaam. Ook dat is Luxemburg. Lekker klein, het ons-kent-ons-gevoel, maar toch is er nog altijd die voor een Ardennees kenmerkende terughoudendheid.

'Als we een trendy zonnebril en hoed opzetten, kunnen we in de hoofdstad nog rustig shoppen. We zijn wel de populairste sporters van het Groothertogdom', geeft Andy toe. De jongste van de Schlecks werd in juni pas 24. Fränk (29) is de twijfelaar, de vaderfiguur van de twee. Andy is het zondagskind, de variant van onze Tom Boonen.

In zo'n minilandje als Luxemburg met 350.000 inwoners word je toch doorlopend aangestaard?

'Natuurlijk. Als een kind me doet stoppen voor een handtekening, doe ik dat altijd. Er is wel een andere mentaliteit dan in Vlaanderen. De mensen kunnen ons elke dag zien. Ze hebben iets van:

ach, laat hen alleen

. Ik ben hier beroemd, maar geen ster. Luxemburgers zijn gelukkig niet zo

starstruck

. Ik was vorige week aan het trainen. Een kind riep achter mij:

Je bent mijn held

. Ik schudde met het hoofd. Wat zou ik een held zijn? Ik heb niemands leven gered.'

Luxemburg verwacht straks wel dat je de Tour wint, exact een eeuw na François Faber, de eerste Luxemburgse winnaar die als soldaat doodgeschoten werd in de Eerste Wereldoorlog.

'Het is niet omdat je één keer een klassieker wint, dat je onmiddellijk de Tour pakt. Ze verwachten wel dat ik goed rijd. Ik heb anders nooit last van druk. Wat is dat? Dat is voor mij motivatie. Ik lig niet in bed de avond voordien met de handen voor het hoofd, prevelend

pressure, pressure, pressure

. Als ik alles gaf wat in mijn lijf zat en dat was niet voldoende om te winnen, dan heb ik geen seconde spijt. Na een kwartier draai ik de knop om. Wat de mensen dan zeggen, interesseert me niet.'

Kijk maar naar Boonen. Hij was net als jou de spontaneïteit in hoogsteigen persoon, maar hij is toch veranderd onder de druk.

'De vergelijking met Tom gaat niet op. Ik wil het niet meemaken dat er dertigduizend mensen afzakken bij je comeback na een cocaïneprobleem buiten competitie. In België is hij net geen levende monument. Overkomt me dat, dan neem ik mijn vrouw, mijn honden mee en wijk ik uit naar Australië. Voorgoed.'

Je houdt anders ook van een frisse pint. Een sensatiekrant kopte vorig jaar al vóór de Tour dat je in het midden van de straat lallend stond te plassen. Vrij kort voor de Tour.

'Dat was gelul. Ach, ik weet wanneer de riem eraf kan. Ik hou van wat pinten pakken, samen met de vrienden. Ja, soms ben ik een fuifnummer. Maar ik heb een lijn die ik niet overschrijd. Ik ben ook in die zin opgevoed.'

Loert het gevaar niet in dat wenkende succes?

'Neen. Niemand kan me veranderen. Ik hou ook van mooie auto's, maar hoef er voorlopig geen. Bij mij gaat het om levenskwaliteit. Samen met Fränk kocht ik een visvijver, inclusief chaletje, waar we soms eens pokeren. Ik hou geweldig van vissen. Je komt van een race, je legt je telefoon af en je bent moederziel alleen. Lekker ontspannend. Zoals ik ook uren door de bossen kan wandelen of op wild jaag.'

Het lijkt allemaal leuk met drie wereldtoppers, maar vorig jaar was er toch de Tour-vete met Kim Kirchen.

'Totally bullshit

. Kim zei dat enkel de Schleck-brothers hem het geel niet gunden. Toen hij leider was, moesten wij dan naar Bjarne Riis stappen en zeggen:

vandaag rijden we niet, want een landgenoot is leider?

De dag dat Luis Leon Sanchez won, reden we in een waaier. Kim zat bij ons. We lieten hem respectvol de nodige ruimte want zijn ploeg was weggeblazen. Ik zei hem:

Congrats man, this is big

, proficiat, je hebt geel. Ik had toen wit. We moesten samen foto's laten nemen, maar het was niet hetzelfde. Het is opnieuw goed tussen ons, we praten weer, maar niet over dat voorval. We zijn goede collega's, maar daarvoor ga je niet samen op vakantie.'

Wat is het verschil tussen Contador en Andy Schleck?

'Hij is een Spanjaard, zwartharig en ik een Luxemburger en eerder bruin. Tot nog toe is hij de betere renner. Chapeau voor de ronden die hij won. Maar hij is niet onklopbaar. Het moet voor mij in de bergen gebeuren. Tijdrijden is voorlopig mijn zwak punt. Maar schrijf nu niet als titel:

Andy Schleck wint deze Tour

. Het wordt voor mij een verraderlijke eerste week in het zuiden. Met die openingstijdrit, de zijwind in de Provence. Het zal mentaal een zware eerste week zijn. Ik zal dolgelukkig zijn met een top-vijftien in Monaco. Het is mogelijk. Vorig jaar in de eerste tijdrit was ik negentiende. Ik gaf amper een minuutje toe aan jongens als Evans en Menchov. Ik reed nooit zoveel met de tijdritfiets als dit jaar. Ik hoop nog vooruitgang te maken op dit terrein, zoals Contador deed. Al heeft hij benen die dubbel zo dik zijn. Ik ben eerder het type-Klöden. Hij heeft niet meer spieren dan ik, maar gaat echt hard. Tijdrijden zit vooral in het hoofd. Het is een mentale kwestie. Ik haat eigenlijk tijdritten. Veruit de zwaarste oefening. We trainden op een dag 115 kilometer lang de ploegenchrono. Ik zat als een aap op mijn fiets.'

Hoe kan je met Saxo Bank-zonder-Sastre concurreren met de negen zwaargewichten van Astana?

'Okay, de tegenstand is loodzwaar. Daartegenover zetten wij Fränk, mezelf en een bende vrienden die zich al maanden te pletter trainen voor de Tour. Wat heb je eraan de beste ploeg te zijn? We willen alleen dat geel in Parijs. En misschien ook dat wit, al zal Kreuziger een stevige concurrent zijn.'

Ik neem aan dat je hoopt dat er zich zoiets aftekent als een 'Hinault-LeMond'-syndroom onder Astana.

'Toch niet. Ik vind Contador een heel leuke collega. Twee jaar geleden waren we samen met vakantie op Curaçao. Ik sprak dit jaar ook enkele keren met Lance Armstrong. Een

nice guy

. Hij heeft me gevolgd tijdens zijn pensioen. Wij proberen hen te bekampen. De Tour zelf bepaalt wie bij ons dé kopman wordt. Vorig jaar was Fränk beter dan ik en wonnen we met Sastre. Door een suikertekort op Hautacam was mijn klassement naar de vaantjes, maar de laatste week was ik wel de beste.'

Wat onthou je van de Giro?

'Sastre en Menchov waren goed. Armstrong verraste me dan weer. Hij zal er staan. De laatste Giroweek zag ik signalen van stijgende vorm. Hij blijft Lance Armstrong, ondanks zijn 38 jaar. Kan hij de Tour winnen? Ik weet het niet. Als hij iets in zijn hoofd haalt, dan kan hij dat ook meestal. Voor Menchov en Sastre wordt het best hard na zo'n slopende Giro. Dat neemt veel energie weg. Het is bewezen dat de Giro en de Tour in één seizoen kan. Het is vooral een mentale zaak. Ik doe dat misschien later ook wel eens, over een drietal jaar.'

'Ik koers zolang ik er fun aan beleef. Geld is leuk

, of course

, maar ook niet alles. Koersen is voor mij belangrijk, maar niet de zin van het leven. Zet je me al het geld van de wereld voor, maar je verplicht me weg te trekken van mijn familie, dan pas ik.'

Wie was je inspiratiebron? Je broer, Ullrich of Armstrong?

'Er hingen bij mij posters van Indurain, Bettini en foto's van Armstrong. Mijn tienerkamer is nog intact. Soms hang ik er nog eens in rond en zeg dan tegen mezelf:

Tiens, dat idool van toen, heb je gisteren nog gelost

.'

'Ik had het nogal op de persoonlijkheid van Ullrich. Een leuke jongen. Ik woon ook tegen Duitsland aan. Ik mag ze wel, de Duitsers, een net, clean land, uitgenomen haar journalisten.'

Het was een Duitse krant die vorig jaar liet uitlekken dat je broer 'een trainingsschema' kocht bij de dopinggoeroe Eufemiano Fuentes.

'Dat verhaal ligt achter ons. Ik spreek daar niet meer over. Het Luxemburgse Antidopingagentschap (ALAD) heeft Fränk vrijgesproken. Als je sommige journalisten hoort, dan ben ik ook verdacht omdat ik goed rijd. Toch twee keer per seizoen. In het voorjaar en in de Tour. Een heel seizoen lang plankgas geven kan ik niet. Ook ik heb mijn limieten.'

'Ik was onlangs bij de Frankfurt City Loop. Plots vroeg een journalist wat ik van cera wist. Ik dacht: hoe stom kan een mens toch zijn. Ik begon over de hond van een vriend die zo heet en dacht bij mezelf: ga weg.'

Valsspeler Bernhard Kohl zei onlangs dat hij deel van het systeem was.

(wordt kwaad)

'Zwijg me over die man. Over hem praten is onder mijn niveau, sorry. Ik zag hem op tv. Hij kon een goede beurt maken door te zeggen: ik was een egoïst die verblind was door roem en rijkdom. Maar nee, hij begint iedereen zomaar te beschuldigen. Mijn conclusie is: die man had geen talent. Als je leest wat hij allemaal aan verboden spul naar binnen kapte en me dan nog niet loste...'

'Ik was wel verrast dat die Kohl zo goed reed. Tijdens de Tour dacht ik dat hij in de vorm van zijn leven zat. Hij had eerder al wat uitslagen behaald. Laat ons echter over die man zwijgen, het leven is zo al kort genoeg.'

Voor jou moet het gebeuren op de Mont Ventoux, de voorlaatste dag.

'Die col ken ik heel goed en de Ventoux valt in

mijn

week. Ik was tien toen ik die berg voor het eerst afreed. Twee jaar later loste ik mijn vader bergop.

Cool

. Het is de dag waarop je alle resterende krachten uit je lijf mag rijden. Al vind ik het best wel vervelend dat we al om negen uur starten. Dat betekent om zes uur uit de veren. Dat is mijn ding niet. Eerlijk, ik droom niet van het geel in Parijs. Dit is een doel dat ik ooit wil bereiken. Weet je van wat ik echt droom: van een gelukkig leven na mijn fietscarrière. Met een leuke vrouw, een stel honden en een visvijver.'

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen