De Nederlandse Poulidor leeft niet meer als opgejaagd wild

Michael Boogerd is zowat de 'Raymond Poulidor' van zijn generatie. De afgelopen zeven jaar stond hij zeven keer op het podium van de Amstel, drie keer op dat van Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije. De 33-jarige Hagenaar is in dit soort koersen dé constante factor. Maar winnen? Het lukte hem alleen in 1999 in de Amstel. 'Boogie' ging bijna kapot aan de frustraties en stress. Tot hij vorige zomer eindelijk het licht zag. ,,Ik heb er opnieuw plezier in. Met de dag word ik trotser op al die dichte uitslagen van mij.''

Hugo COOREVITS

Hij wordt wel niet graag versleten als

de George Hincapie van de Ardennen

. ,,In '99 won ik toch de Amstel, terwijl de Amerikaan nog altijd achter zijn eerste klassieker jaagt.''

De afgelopen tien jaar was Michael Boogerd Nederlands hoop in bange koersdagen. Sinds 2000 kreeg hij wel nadrukkelijk versterking van de straks afscheidnemende Erik Dekker, maar het kruis was bij momenten zwaar om dragen. Danig zelfs dat hij er bijna onderdoor ging.

,,Er moest iets veranderen. Soms zat ik op de fiets te denken: wat zal de media nu weer zeggen als ik weer verlies? Zal ik weer moeten lezen dat ik stom koerste? Dat ik een 'net-niet coureur' was? Dat ik de druk niet aankan? Soms ging ik keihard tegen de kritiek in, of begon ik aan mezelf te twijfelen. Ik zei altijd eerlijk waar het op stond, maar tot mij eigen scha en schande kwam ik dikwijls bedrogen uit. Een psycholoog heeft er me eens voor gewaarschuwd. Hij zei me dat ik me positief moest opstellen tegenover de media, dat de pers dat dan ook op die manier zou overnemen.''

Zaten die frustraties om de nederlagen dan zó diep? Ik heb me laten vertellen dat je er zelfs half depressief van werd.

,,De klik kwam er vorig jaar de avond van de proloog van de Dauphiné Libéré, daar waar ik negen jaar geleden nog vierde werd. Ik had me punctueel voorbereid en werd pas 135ste. Hoe kon ik zo slecht rijden? Waarom voelde ik me zo slecht in mijn vel. Urenlang lag ik in mijn hotelkamer naar het plafond te staren. De film van de voorbije jaren passeerde, van 1998 tot 2006. Boogerd, de man die zich altijd opgejaagd wild voelde, de renner wiens leven bepaald werd door de nervositeit om telkens weer zichzelf te bewijzen. Al die tijd was ik mezelf niet, was ik vaak heel ongelukkig. Toen ik terugkwam van de Dauphiné had ik het er thuis in Kapellen veel over met mijn vrouw

(ex-Miss Nederland Nerena, red.)

. De liefde voor het wielrennen moest en zou het halen van de stress om te presteren. Ik fiets opnieuw voor het plezier, zoals in mijn eerste profjaren. Ik relativeer veel gemakkelijker dan vroeger, laat me niet meer op de kast jagen.''

Hoe komt het toch dat het aldoor misliep? Organisator Leo van Vliet verlegde de finish zelfs van de Maasboulevard van Maastricht naar de Cauberg in Valkenburg, waar je drie keer op rij... tweede werd.

,,Ik heb er héél veel over nagedacht. Het is natuurlijk geen toeval. In '98 botste ik op een fantastische Camenzind in Lombardije, in '99 op een super-VDB onderweg naar Ans, twee jaar geleden was Rebellin outstanding. Vorig jaar was ik in Luik-Bastenaken-Luik na Vinokourov en Voigt

the best of the rest

. Met zulke nederlagen kan ik leven. Toen Vino drie jaar geleden op de Cauberg won, dacht ik dat we hem nog in de sprint zouden bijbenen. De afgelopen jaren voelde ik me zowel in de Amstel als in Luik de sterkste, maar altijd botste ik op iemand. Ik heb nu eenmaal geen sprint. Ik bekijk het nu anders: ik heb talent, maar ben vooral door mijn wilskracht heel ver geraakt. Elf keer net niet, doe het maar na. En uiteindelijk won ik toch een Amstel van Lance Armstrong, was ik twee keer Nederlands kampioen, won een koninginnenrit in de Tour op La Plagne, Parijs-Nice, de Catalaanse Week, de Brabantse Pijl...''

Complimenten van Bartoli

Rekende je niet te weinig, koerste je niet te graag in je eigen klassiekers?

,,Ik las onlangs een interview met Michele Bartoli. Hij prees me om de manier waarop ik de koersen in handen nam, altijd rechtuit-rechtaan, aldoor mijn verantwoordelijkheid opnemend. Het pakte me. Ach, had ik een sprint in de benen, dan werd ik in één adem genoemd met toppers als Museeuw, Bettini en Boonen.''

,,Koersen betekent voor mij toeslaan op het scharniermoment van de wedstrijd. Zoals Boonen op de Koppenberg, Cancellara in het Bos van Wallers. Ik zat te kijken op tv en kreeg er kippenvel van. Zo staat Luik-Bastenaken-Luik gelijk met toeslaan op La Redoute en niet op de Rue de Saint-Nicolas. Ik had zo graag de Ronde gereden, al had ik het niet gehaald van Boonen.''

Hoe is het met je rechtervoet, die je nog geen maand geleden brak?

,,Elke dag nog wordt hij ingetapet. Een fatale slipper tijdens een avondje verstoppertje spelen met mijn tweejarig zoontje Mikai. Ik was alleen met Mikai thuis en lag te kreunen op de grond, maar mijn zoontje sommeerde me om verder te spelen. Hij besefte niet wat er was gebeurd.''

,,Zonde, want ik stak in bloedvorm. Sommige Nederlandse collega's beweerden dat ik dit ongeval ensceneerde voor het geval de prestaties tegenvielen. Zulke uitspraken maken me wél nog druk.''

,,Het is alsof ik alle kracht uit mijn benen op die voet nog niet kwijt kan. Mechanisch zit het niet helemaal goed, wat leidt tot een ander positie, rug- en nekpijn. Ik moét de verwachtingen noodgedwongen temperen. Toch is het weer alsof er voor Nederland niemand anders is dan Boogerd. Karsten Kroon is evenveel favoriet. Hij is vorig jaar in zijn uitspraken heel ver gegaan. Als moest hij bij Rabobank enkel maar voor mij rijden. Hij is dertig jaar en heeft de vrije rol, hij moet nu winnen. Doet hij dat, dan heeft hij het gelijk aan zijn zijde. Hoed af. Doet hij dat niet, dan heeft hij ongelijk.''

Aflossing van de wacht

De aflossing van de wacht is er ook met Thomas Dekker, Pieter Weening...

,,Die jongens hebben respect voor wat ik presteerde. Ik heb meer contact met Thomas dan met Weening.

Dekkertje

verhoudt zich tot mij zoals ik dat deed met Rolf Sörensen en Edwig Van Hooydonck. Vraag aan Edwig wat ik van hem geleerd heb en hij zal niet kunnen antwoorden, maar ik zeg je: héél véél. Thomas kent al mijn resultaten uit het hoofd, vertelde op mijn hotelkamer hoe hij als kind van amper dertien in tranen uitbarstte toen ik lek reed in het WK van '98 in Valkenburg. Als er dan die kritiek komt van de andere Nederlanders zegt hij tot mij:

,,K

ijk in wat voor een huis zij leven

en zie waar jij woont.

Die jongere Nederlanders van Rabobank, met ook Posthuma, maken me rustiger. Ze bekijken het allemaal anders, ze verjongen me van geest en zijn toch supergeconcentreerd met hun vak bezig.''

Hoe lang ga je er nog mee door?

,,Dit voorjaar is bepalend. Ik was van plan ermee door te gaan tot Luik-Bastenaken-Luik 2007, maar de ploegleiding heeft me al gevraagd heel volgend seizoen uit te rijden. Ik heb nu al het maximum uit mijn carrière gehaald. Ik geniet en kijk wat er nog uit de kast val. Als Onze-Lieve-Heer het wil, mag daar nog een Luik, Lombardije of een wereldtitel bij.''

Blijf je na je carrière in België? Je begon de rondrit in Essen en je woont nu met je vrouw in Kapellen?

,,Ik blijf in België, maar waarheen? Dat heb ik nog niet uitgemaakt. Win ik ooit Luik-Bastenaken-Luik, dan bouw ik het huis van mijn dromen in Ans.''

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen