Nys: 'Winnen went een klein beetje, ja'

© © Copyright Yorick Jansens

'Geen zin om te trainen? Dat ken ik niet.' Geen wonder dat de andere veldrijders Sven Nys beschouwen als een robot. 'Hij heeft geen uitspattingen, dat kàn toch niet, zie je ze soms denken. En toch is het zo.'

Julie Valée

'Let niet op de rommel', klinkt het verontschuldigend als onze fotograaf vraagt of hij enkele beelden mag maken ten huize Sven Nys in Baal. Nys (32) heeft net gegeten en zijn vrouw Isabelle (27) is met hun zoontje Thibau (5) naar de zwemles. In het huishouden doet Nys niets - 'dat past niet in het leven van een topsporter' - en dus staat de afwasmachine open, is de tafel nog niet afgeruimd en leunt een mini-BMX tegen het propvolle kookeiland. Zijn zoon fietst toch niet in huis? 'Jawel hoor, onze Thibau is niet te stoppen.'

Tijdens de fotoshoot en ons gesprek rinkelt Nys' gsm - geen blits exemplaar maar een robuuste Nokia die tegen een stootje kan - een keer of vijftien. Interviews, zijn vader François over de training van morgen, een televisieploeg... De veldrijder blijft er ongelooflijk rustig bij en poseert geduldig voor ons kiekje in zijn woonkamer. In de hoek staat het minidrumstel van Thibau, aan de muur hangt een gigantische televisie. Pronkstuk van de kamer is Nys' wereldkampioenentrui, die ingekaderd aan de muur hangt. Ook de trofeeën op de kasten verraden dat hier een succesvolle sportman woont.

Als we eindelijk kunnen beginnen, gaat de bel. Een bloemist levert een boeket af. 'Van de Zwitserse supporters uit Limburg', staat op het kaartje. 'Ah, dat is die familie die mij altijd volgt naar de cross in Zwitserland', weet Nys, die het boeket prompt dumpt op tafel. Nogal een geluk dat zijn moeder en grootmoeder komen binnenwaaien. 'Dag moeder. Zet gij die bloemen eens in een vaas?' In een adem begint het duo de keuken op te ruimen.

Het moge duidelijk zijn: Sven Nys runt een familiebedrijf. Vreemd dat hem nooit een eigen docusoap werd aangeboden à la

Wellens en Wee

. 'Oh maar dat zou een heel saai programma worden', vertelt Nys. 'Al mijn dagen zijn hetzelfde: vier uur trainen, interviews geven, op de zetel liggen, eten en slapen. Kattenkwaad uitsteken doe ik niet, want ik train meestal alleen.'

In tegenstelling tot ma en pa Wellens blijven jouw ouders weg uit de media.

'Ja, ze doen dat bewust. Mijn vader wil gewoon zijn werk doen. Hij is mijn helpende hand en chauffeur van toen ik klein was. Mijn vader is van onschatbare waarde voor mij, ik vertel hem alles. Maar voor hem is de cross ontspanning. Hij is elektricien en runt immers ook nog een eigen zaak.'

'Ik vind het belangrijk dat mijn familie meegaat naar de wedstrijden. Het is fijn dat ik altijd mijn verhaal bij hen kwijt kan. Ook Thibau en Isabelle zijn er altijd bij. Ze staan dag en nacht klaar voor mij en dus wil ik hen ook laten meegenieten van mijn succes.'

Vind je het belangrijk dat Thibau je ziet winnen?

'Absoluut. Ik zou niet willen dat hij later in de krant moet lezen wat zijn papa allemaal heeft gedaan. Ik denk dat ik een voorbeeld geef hoe het moet in de sport én in het leven daarbuiten. Dat gezonde voeding en rusten belangrijk zijn, bijvoorbeeld. Door binnen de lijntjes te kleuren kan je heel veel bereiken. Ik denk dat Thibau onbewust heel veel van mij opsteekt.'

Ben jij niet een te extreem voorbeeld voor hem?

'Dat zou kunnen. Maar je kunt beter een extreem goed voorbeeld zijn dan andersom. Ik besef dat bijna niemand zo voor zijn sport kan leven als ik, dus ik verwacht ook niet dat Thibau mij kopieert.'

Isabelle en Thibau komen thuis. Isabelle voegt zich bij haar schoonmoeder in de keuken, Thibau stapt op zijn BMX, knalt bijna meteen tegen de zetel op en zet zijn tocht verder richting hal.

Naast je familie is er ook altijd een uitgebreide en felle schare supporters bij. Zeg nu eens eerlijk: doet je dat echt wat?

'Ja, er zijn mensen die mij al 15 jaar volgen. De manier waarop ze me verwelkomen aan de mobilhome als ik gewonnen heb, is leuk. Toen ik op het WK in Zolder in 2002 op het podium stond (

Nys won brons, red.

), brak het water van een zwangere supporter. Ze beviel diezelfde dag en noemde haar zoon Thibau. Dat is fijn om te horen.'

Er zijn ook fanatiekelingen die je niet kunnen zien of luchten. Doet je dat wat?

'Natuurlijk wordt er geregeld van alles geroepen. Zodra ik een keer tweede eindig, krijg ik meteen naar mijn hoofd geslingerd dat het ik niet meer kan en dat het WK weer een flop zal worden. Sommige mensen die tegen mij zijn - die zijn er zéker ook - zitten heel lang te broeden op hun ei. Zodra ze het kunnen leggen, doen ze dat.'

Raakt hun commentaar je?

'Nee. Maar ik denk dan wel:

Hebben jullie niets anders te doen?

Het geroep motiveert me om een tandje bij te steken. Iets terugroepen zal ik nooit.'

De critici hebben wel een punt dat het WK je zwarte beest lijkt. Bezorgt die regenboogtrui je te veel stress?

'Nee, want dan was ik nooit wereldkampioen geworden (

in Sankt Wendel in 2005, red.

). Als ik te veel tegenslag heb op korte tijd, dan blokkeer ik. Er zijn heel wat WK's waarbij ik de week voor- en nadien de beste ben, maar op die bewuste dag krijg ik de wedstrijd niet onder controle. Ik heb daar geen verklaring voor.'

Faalangst?

'Nee, je krijgt simpelweg het goede gevoel niet. Alles doet pijn, je wilt mentaal wel, maar fysiek lukt het niet.'

De stress in je hoofd verlamt je spieren?

'Ik zou niet weten waarom. Ik heb al zoveel bewezen. Ik ben gezond zenuwachtig en sta altijd aan de start met het gevoel:

Nu gaan we er een serieuze lap op geven

. Op de een of andere manier wil het soms gewoon niet lukken.'

Aan gebrek aan trainingsijver zal het niet liggen. Vriend en vijand loven je om je beroepsernst. Vind jij afzien leuk?

'Ja. Ik heb vandaag vier uur getraind in de kou. Dat lege en hongerige gevoel na een goede training, daar hou ik van. Onderweg ben ik constant bezig met mijn lichaam. Heb ik al gegeten? Moet ik drinken? Hoe reageert mijn hartslag? Nadenken over andere zaken doe ik niet. Een training, dat zijn ik, mijn lichaam en mijn fiets. Dat is een computer die nooit stopt met werken.'

'De dag dat ik niet meer aan competitie doe, gooi ik mijn hartslagmeter weg en ga ik fietsen met kameraden. Als ik dan dorst heb, ga ik op een terrasje zitten en drink ik waar ik zin in heb. Nu gaat dat niet.'

Sta je soms op en denk je: ik heb geen zin?

'Nooit. Geen zin, dat ken ik niet. Er zijn wel dagen dat ik 's morgens vloek omdat ik weet dat ik verplichtingen heb en dus niet kan trainen of rusten zoals het hoort. De laatste jaren gebeurt dat meer en meer. Ik probeer dat te beperken, maar hoe meer je in de belangstelling staat, hoe erger het wordt. Dat onder controle houden is nu mijn grootste opdracht.'

Je kunt ook interviews weigeren.

'Ja, maar ik ben ook blij dat de belangstelling voor het veldrijden er is. Interviews en prijsuitreikingen horen niet bij topsport, maar je moet ze er nu eenmaal bij nemen.'

Kan je moeilijk nee zeggen?

'Heel moeilijk. Gelukkig zegt Isabelle geregeld:

Ik zal het wel oplossen

. Op de cross komen vaak mensen op mij af met vragen over een goed doel of een schoolfeest. Meestal zijn daar ook kinderen bij. Dan

nee

zeggen? (

fel

) Dat kán ik niet. Als ik dan thuiskom, zegt Isabelle:

Je weet toch dat dat niet gaat?

En dan moet ik die mensen afbellen.'

Maakt het je iets uit hoe mensen over je denken?

'Ja, ik kom graag positief over en ik wil een voorbeeld zijn voor de jeugd. Ik vind dat ik dat ook ben. Als topsporter kan je niet op café zitten. Op tijd gaan slapen, gezond eten, hard trainen, fair play... Geen enkel facet mag ontbreken.'

Hoe denk je dat je overkomt?

'Als een controlefreak zeker? Vooral andere sporters denken dat ik een robot ben.

Hij heeft geen uitspattingen. Dat kán niet

, zie je ze denken. En toch is het zo. Uitgaan en alcohol zijn gewoon nooit mijn ding geweest.'

Je bent niet de meest uitbundige renner. Nochtans win je vaak. Winnen, went dat?

'Winnen went misschien een klein beetje, ja. Maar ik kan niet acteren. De andere crossers zijn uitbundiger na een overwinning. Ze denken:

Hehe, ik ben er

. Maar ik win en denk al meteen aan de training van morgen.'

Geef jij veel op voor je carrière?

'Nee. Ik heb niet het gevoel dat ik iets moet opgeven. Dankzij mijn sport heb ik meer meegemaakt dan de klasgenoten waarmee ik ben afgestudeerd.' (

Nys is elektricien, red.

)

Komaan, je let constant op je eten en het leven van je gezin staat helemaal in het teken van je carrière.

'Het is hier drukker dan bij een doorsnee gezin. Maar ons leven is zo spannend en boeiend. Ik ben trouwens meer bij mijn gezin dan een doorsnee papa. Ik zie Thibau 's morgens, 's middags en 's avonds. En hij zit heel het weekend bij mij in de mobilhome.'

'Isabelle is huismoeder, mama, zakenvrouw, secretaresse, ze regelt onze kledinglijn... Zij vindt ook dat het hier enorm druk is, maar we krijgen er een beetje luxe voor in de plaats. We genieten van dit leven en kunnen achteraf nog altijd een regelmatig leven opbouwen.'

'Probleem is dat werk en thuis hier in elkaar overvloeien. We kunnen nooit de deur dichttrekken en zeggen:

Nu ga ik naar huis

. Isabelle werkt elke minuut van de dag. Het is hier nooit gedaan. Als sportman moet alles voor je geregeld worden. Dat is erg om toe te geven, maar het is zo. Mijn leven wordt geregeld.'

Isabelle komt tussen vanuit de keuken en herhaalt zuchtend Svens laatste zin: 'Mijn leven wordt geregeld...' Sven antwoordt lachend: 'Och, ze heeft het weer gehoord.'

Als tiener fietste je op boterhammen met choco en puree met worst. Mis je dat niet?

'Dat was fijn ja. Maar hoe ouder ik ben, hoe meer ik een controlefreak word. Ik wil op het einde van mijn carrière kunnen zeggen dat ik er álles heb uitgehaald wat erin zat.'

'Ik kan me niet inbeelden dat ik drie keer per week frieten eet en me hijgend de trap op moet slepen. Als ik zin heb in een boterham met choco, neem ik er gewoon eentje met kippenwit. En om te snoepen eet ik iets gezonds, zoals muesli. Waarom zou ik een intensieve training verbrodden met een zakje chips? Waarom zit ik me dan de ganse dag uit te sloven?'

Wat wil je na je carrière nog absoluut doen?

(

Zonder aarzelen

) 'Een wereldreis maken met Thibau en Isabelle. Vooral Australië boeit me. Dat land is me bijgebleven na de Olympische Spelen van 2004.'

Thibau moet zijn bed in en wenst zijn papa slaapwel. Nys, die ondertussen weer aan het bellen is, kan niet antwoorden.

Je bent al winters lang de te kloppen man. Dat is goed voor je bankrekening neem ik aan?

'Het veldrijden is de laatste jaren erg populair geworden. De live-uitzendingen op tv halen hoge kijkcijfers. Wij staan dagelijks in de belangstelling en worden daar goed voor betaald.'

Hoeveel verdien jij?

(

Rustig

) 'Daar loop ik niet mee te koop. Het startgeld van de toppers schommelt tussen de 2.000 en 6.000 euro. Daarbij komen het maandloon, het prijzengeld, premies van sponsors...'

'Als de geruchten kloppen over het maandloon van sommige crossers, dan denk ik dat ik onderbetaald word. Zij zorgen maar voor een tiende van de publiciteit waar ik garant voor sta. Maar ik ben blij met wat ik heb. Mij hoor je niet klagen.'

Moet je nog werken na je carrière?

'Ik denk het wel. Als ik stop, ben ik 35 à 40 jaar oud. Als ik dan op mijn gat ga zitten, heb ik veel tijd om geld op te doen. Ik zal dan met alle plezier nog werken.'

Staat er een opvolger klaar?

'Geen idee, maar het zou best kunnen. Als ik zie hoe Thibau met zijn fietsje bezig is, merk ik dat hij iets kan. Hij volgt zwemles, tennisles en BMX-cursus, dus de interesse voor sport is er.'

Willen jullie nog kinderen?

(

Beslist

) 'Nee. Wij hebben altijd gezegd

eentje

. Daar blijft het bij.'

Heb je goede voornemens voor 2008?

'Ik wil graag voortdoen zoals ik bezig ben. Ik krijg veel warmte van heel veel toffe mensen en ik hoop dat het zo blijft. Bovendien gaan wij bouwen, op twee kilometer hiervandaan. Het wordt hier wat te klein.'

Net op dat moment gaat de bel. 'Ah, de volgende is al daar', zegt Nys. Nog een journalist? 'Nee, de tuinarchitect. Nu zie je wat voor een zottenkot het hier is. Dat stopt nooit.'

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen