In zijn laatste jaar bij beloften wilde Jordy Bouts uit Hofstade nog eens serieus uithalen in een reeks koersen met aardig wat reliëf, waaronder de Saône-et-Loire en de Ardense Pijl, maar ook in de Triptyque Ardennais en Tour de la Mirabelle. Vooral in die 2 laatste rittenkoersen stond de renner van EFC-L&R-Vulsteke op scherp.
Blik eens uitgebreid terug op jouw Triptyque Ardennais.
Jordy Bouts: “Het is een koers die me elk jaar opnieuw aanspreekt omwille van het mooie en lastige parcours. Dit jaar ging ik er met een doel naartoe, ik wilde een ritzege behalen. De 1e dag verliep vrij goed, bergop voelde het goed aan. In de finale konden we wegrijden met 12 man, waaronder nog 2 ploegmaats, maar uiteindelijke was het massasprint. Dag 2 zou wederom een open koers worden met vele aanvallen. Ik wist me altijd goed voorin te houden, maar wederom werd het een massasprint, dit keer een sprint bergop op een klim van 1,5 km. Dit moest me wel liggen met mijn profiel als renner. Helaas werd ik net geklopt en finishte ik met een half wiel achterstand als 2e.”
“De laatste dag zou beslissend worden voor het klassement. De ploegleiding en renners hadden het volledige vertrouwen in mij en steunden me 100% tijdens deze etappe. We moesten een lastig parcours trotseren en ik woekerde te veel met mijn krachten door al snel ten aanval te trekken. Zo moest ik finaal passen wanneer Sylvain Moniquet zijn demarrage plaatste. Ik finishte als 10e en in het klassement behaalde ik een 4e plaats.”
Was de Tour de la Mirabelle even goed?
Jordy Bouts: “Dit is een koers op het niveau 2.2 Europe Tour, het hoogste niveau waar wij als ploeg rijden. Dit werd mijn hoofddoel van het 1e deel van het seizoen. Aangezien er op dit niveau heel wat goede coureurs aan de start staan – met onder meer renners van Androni Giocattoli-Sidermec – was dit een ideale opportuniteit om me te tonen. De 1e dag werd opgesplitst in 2 ritten. Rit 1 verliep vrij gecontroleerd, Androni controleerde het peloton achter 4 hardrijders. Maar aan de finish kwamen we 25″ tekort en sprintten we met het peloton voor plek 5, die ik in beslag kon nemen. Rit 2 verliep helemaal anders, het parcours was lastiger en we reden al snel weg met een selectieve groep van 12 renners. Ik voelde meteen dat dit de goede vlucht was en dat we gingen strijden voor de ritoverwinning. Helaas kon ik me niet goed positioneren in de finale en sprintte ik naar een 6e plaats, wat met uiteindelijke wel de leidersplaats in het klassement opleverde in een UCI 2.2-wedstrijd.”
“De 3e rit op zaterdag zou alles beslissen over het klassement. Ik kreeg als leider enorm veel aandacht en dat gaf me een zeker boost. Ik had samen met mijn trainer Rudi Stroobants van Sports2 hard toegewerkt naar deze periode, we wisten dat ik er klaar voor was. Na een perfecte aanvallende koers van mijn ploegmaats en mezelf kon ik me voorin begeven met een groep van 7 achter de 2 leiders. De 2 leiders waren geen gevaar voor het klassement, maar in onze groep was er wel Busate Matteo (Androni) en Simon Pellaud (IAM Excelior) die op dezelfde tijd stonden. Op de finale aankomstklim moest ik Simon Pellaud net 9″ prijsgeven en verloor zo mijn leidersplaats in het klassement. Ik finishte als 7e en had de gele trui omgewisseld voor de groene trui.”
“De laatste rit werd sterk gecontroleerd door de ploeg van Simon Pellaud, ik heb in deze rit enorm veel te danken aan mijn ploegmaats die me 100% hebben gesteund. In de finale hebben we het vuur nog aan de schenen proberen te leggen van Pellaud, maar zonder succes. Ik finishte als 34e en kon het klassement afsluiten op een mooie 2e plek, inclusief winst in het ploegenklassement.”
Wat zegt het over je vorm enerzijds en over je kwaliteiten om het te maken bij de elite?
Jordy Bouts: “De conditie zit zeker en vast goed. Sinds dit jaar werk ik samen met Rudi Stroobants als trainer, we hebben een hele goede verstandhouding. Rudi weet perfect hoe hij mij zowel conditioneel als mentaal kan klaarstomen voor een periode en dat is dit jaar super verlopen. Ik ben enorm tevreden met de resultaten en de conditie tot dusver. Nu gaan we even een rustperiode tegemoet om daarna weer verder te werken naar volgende doelen.”
Persoonlijk denk ik dat ik in Tour de la Mirabelle heb kunnen aantonen dat ik op dit niveau zeker mee kan met de beteren op mijn parcours. Ik weet van mezelf dat ik een laatbloeier ben en dat wordt bewezen door de gestage groei die ik onderga. Samen met mijn trainer Rudi zijn we er van overtuigd dat ik nog niet op mijn maximum zit en dat er nog voldoende groeimarge is.”
In welke mate wil je je ontwikkelen als klimmer?
Jordy Bouts: “Mezelf omschrijven als een klimmer pur sang zou ik zeker niet doen, het tussengebergte is iets dat me op het lijf is geschreven. Ook aan de finish ben ik na een lastige koers nog bij de snelle renners, dus misschien zou ik me beter omschrijven als een puncher die goed uit de voeten kan in het tussengebergte.”
Kan je daarvoor voldoende in het buitenland trainen?
Jordy Bouts: “Trainen in het buitenland is op dit moment nog niet vaak aan de orde, ik ben nog student en heb dus ook nog andere verplichtingen. Wel hebben mijn ouders een appartement in Spanje, waar ik regelmatig kan gaan trainen. Ook kunnen er indien nodig een aantal dagen trainingen worden afgewerkt in de Vogezen/Ardennen. Toch probeer ik vaak de klimtrainingen te simuleren op de rollen.”
Zijn er al opportuniteiten voor volgend seizoen?
Jordy Bouts: “Momenteel heb ik nog geen opportuniteiten voor volgend seizoen, wel is er de hoop om deze zomer nog het vertrouwen te krijgen bij een profploeg om me als stagiair te kunnen tonen. Er is natuurlijk wel nog altijd de hoop en de motivatie om mijn weg te willen vinden in het profpeloton.”
Welke ploeg op het hoogste niveau mag aankloppen?
Jordy Bouts: “Ik heb niet bepaald een voorkeur, maar als ik echt zou moeten kiezen, zouden ploegen als Ineos en Team Sunweb me wel interesseren. Deze ploegen spreken me aan door hun strakke begeleiding en de manier van werken. Al weet ik natuurlijk wel dat World-Tourniveau voor mij te hoog gegrepen is. Onze ploeg EFC-L&R-Vulsteke heeft een goede samenwerking met Sport Vlaanderen-Baloise, dat zou voor mij al heel mooi zijn.”