,,Als ik niet win, mag het zelfs een buitenlander zijn''

© © ton wiggenraad

Zondagmorgen is het 'Tweede Rijk' van Erwin Vervecken uit. Op papier is Sven Nys dé kandidaat om een 'Tweede Rijk' te starten. Toegewuifd overigens door 's lands vorst Albert II.

Hugo Coorevits

Qua karakter en levensstijl hebben ze veel met elkaar gemeen, Sven Nys en Erwin Vervecken. Alleen zijn ze in het veld zelf zo totaal anders. Een dubbelgesprek met een kampioenschapsrijder en een niet-kampioenschapsrijder over die rare wedstrijd die het wereldkampioenschap altijd is.

Eigenlijk is er niet zoveel verschil tussen dit WK en de elf Wereldbekers die achter de rug zijn?

Nys: ,,Of je nu in Nommay of Hooglede-Gits rijdt, de tegenstand is dezelfde. Alleen is de sfeer rond zo'n titelstrijd nerveuzer. Er hangt een speciale trui aan vast.''

Vervecken: ,,Financieel is er ook wat te verdienen. De dag zelf verdien je niets, maar je toekomstige startgeld wordt er toch door bepaald.''

Nys: ,,Voor heel het peloton maakt dat een verschil, behalve voor mij. Mijn prijs ligt nu al vast. Ik lever niet meer in, wereldkampioen of niet. Daarvoor heb ik al te veel gewonnen.''

Vervecken: ,,Word ik voor een derde keer wereldkampioen, dan vermoed ik dat mijn startgeld gelijk blijft. In het andere geval gaat er een serieus pak af. Gewoon omdat ik een ander soort renner ben dan Sven.''

Hoe sterk leeft zo'n WK bij jullie dan?

Vervecken: ,,Voor mij is het echt anders dan voor Sven. Hij wint de hele winter door alle crossen en sowieso alle klassementen. Een regenboogtrui is voor mij, met het BK, een van de belangrijke zaken. Die data zitten echt in mijn hoofd. Ik probeer die dag echt goed te zijn. Daarom viel het BK in Hamme-Zogge tegen.''

Nys: ,,Veertien dagen geleden is Hooglede-Gits beginnen spelen. Tot Nommay probeer je wat te herstellen van de kerstperiode. Je rijdt wat minder, je wil fris zijn. Je test nog eens, zoals in Hoogerheide, om te weten hoe goed je nog bent. Voor dat ene, laatste doel.''

Vervecken: ,,Ik heb blijkbaar redelijk wat koersen nodig om goed te zijn. Dat is zo door de jaren heen gegroeid. Bij de start van de winter 'vliegen' wat jongeren rond. Die vallen dan stil en dan kom ik om de hoek piepen. Meestal ben ik in januari goed. Da's deels mijn natuur, maar deels ook het gevolg van pieken. Ik probeer dat toch. Dat gebeurt niet met specifieke trainingsschema's. Ik zou ook graag al goed zijn in oktober. De realiteit is anders.''

Een WK voor eigen volk is nog wat anders dan een trui die in Monopoli of Zeddam wordt verdeeld.

Nys: ,,Voor mij speelt dat niet echt.''

Vervecken: ,,Voor mij wel. Op een WK leef ik van de adrenaline, de sfeer die errond hangt. Zolder was echt extreem. Liever daar dan in Pont-Château. Al denk ik niet dat Hooglede dit hoge sfeerniveau kan halen.''

Nys: ,,Zolder was echt speciaal. Dat maken we nooit meer mee. Die accommodatie op dat Formule 1-circuit. En het was ook schitterend weer.''

Eigenlijk is het al jaren een gek gegeven. De concurrenten zitten bij elkaar aan tafel in Stuivekenskerke. Hoe belangrijk is het dat een Belg wereldkampioen wordt?

Nys: ,,Het interesseert me geen fluit. Als het ik maar ben.''

Vervecken: ,,Sven heeft gelijk. Als ik niet win, dan mag het voor mij even goed Mourey zijn, of gelijk wie.''

Nys: ,,We zijn ondertussen zeven jaar verder. Had ik dit in Sint-Michielsgestel

(bij de zogenaamde broedermoord tussen De Clercq en Nys op het WK 2000)

gezegd, dan schoten ze mij af. De ingesteldheid is nu anders. Had ik gezegd: het is me gelijk of Groenendaal of De Clercq won, dan schoten ze mij af. En ze hebben me ook afgeschoten. Nu kan dat blijkbaar.''

Vervecken: ,,Ik zat er in Sint-Michielsgestel niet tussen, maar ik begreep de omstandigheden. Het moet kunnen dat Dlask het gat laat vallen voor mij, en omgekeerd. Uiteindelijk word je elf maanden en dertig dagen betaald door je werkgever. Dan kan je die ene dag niet anders gaan denken. Indien De Knegt bijvoorbeeld Nys laat wegrijden, dan begrijp ik dat wel.''

Nys: ,,Maar het kan ook zijn dat indien ik wereldkampioen word, ik bijvoorbeeld nadien Vervecken betaal omdat hij me geholpen heeft. In theorie kan dat.''

Vervecken: ,,Dan moet ik al rare gedachtenkronkels maken. Als ik Sven zou kunnen helpen, dan zal het al redelijk diep in de finale zijn. Dan heb ik mijn eigen kansen. Dan doe ik het niet. Vorig jaar hadden Bart en ik gelijke kansen. Uiteindelijk trok ik het laken naar mij toe. Ik heb hem daarvoor vergoed. Nu kan het zijn moment zijn. We zijn ploegmaten, maar kunnen in een rechtstreekse situatie concurrenten worden.''

Nys: ,,Als je het WK verliest, ga je sowieso als verliezer naar huis. In mijn geval toch. Of je nu vergoed wordt omdat je een Belg hebt geholpen, of niet. Dat is niet plezant. Ik ben sporter geworden omdat ik zélf wil winnen.''

Ondertussen heeft Sven Nys de 75.000 euro die verbonden is aan de drie eindstanden (UCI, Superprestige, GVA) alweer zo goed als binnen. Het lijkt wel een vaste post.

Nys: ,,Dat is nu eenmaal mijn instelling. Ik wil altijd uit het seizoen stappen als de beste van de winter. Dat zal zo blijven. Of ik nu in Hooglede win, of niet.''

Vervecken: ,,Misschien verandert dat bij Sven met ouder te worden. Over vijf à zes jaar.''

Nys: ,,Op zo'n WK komen er altijd renners bij. Al geloof ik zelf niet in 'pieken' voor het WK zelf. Tenzij je het doet als belofte Lars Boom, of Adrie van der Poel destijds. Door heel laat de winter in te stappen. Dan is er maar één koers écht belangrijk. De enige onder de toppers van zondag die dat meer heeft dan de anderen is Francis Mourey. De Fransman koerst heel weinig. Wat wij doen, is de wedstrijden ondergaan, kijken hoe je lichaam reageert op blessures en ziekten en je trainingen daaraan aanpassen.''

Vervecken: ,,Toch blijven Sven en ik verschillende soorten crossers. Ik kán niet elke veldrit meestrijden voor de zege.''

Nys: ,,Het heeft alleszins niet met de motor te maken. Ik durf van veel renners te zeggen dat mijn motor groter is, maar niet van Erwin. Ik zag hem op het BK op de weg in Rochefort dingen doen waaruit ik wist dat hij veel volume aankon.''

De 'Kannibaal van Baal' is toch dé topfavoriet. Al 24 zeges, de voorbije maanden amper een dip gehad.

Vervecken: ,,Tsja, ik weet het niet. Dat moet nog blijken. Op basis van het seizoen is het sowieso Nys, maar Bart Wellens - Hoogerheide uitgezonderd - is toch ook niet slecht bezig. Fysiek kom ik achter die twee maar ik kan mentaal heel sterk voor de dag komen op een WK.''

En dat is nu precies het pijnpunt van Sven Nys...

Nys: ,,Daar ga ik niet mee akkoord. De allereerste keer dat Erwin kans had op de wereldtitel was hij toch ook nerveus. Had hij in 1999 in Poprad de allerlaatste ronde gereden, zoals de voorlaatste toer, dan was hij en niet De Clercq wereldkampioen.''

,,Ik heb het geleerd om mentaal sterker te worden. Bij mij heeft het misschien wat langer geduurd dan bij de anderen. In 2002 heb ik in Zolder ook een WK gereden waarop ik heel trots ben. Ik ben daar gewoon geklopt door een De Clercq die sneller was in de spurt. Punt aan de lijn. Meer was er niet aan de hand. Uiteindelijk ben ik in Sankt-Wendel ook wereldkampioen geworden na een verschrikkelijk zenuwslopende wedstrijd. Pas de laatste honderden meter viel de beslissing. Hoewel ik van de allereerste ronde alles gaf wat ik in mij had. Ik viel aan tot de tegenstand op de knieën zat.''

Vervecken: ,,Misschien heb ik ook geholpen aan de uitbouw van Svens mentale sterkte. Op een WK rijd ik met een andere instelling. Je kunt stellen dat ik op de kampioenschappen mijn seizoen moet redden, maar voor mij hoeft het niet meer. Ik word 35 jaar en werd twee keer wereldkampioen. Ik moet mijn carrière niet meer maken. Alles wat na mijn eerste wereldtitel volgde, was bonus. Het maakt dat ik nooit meer in een stress-situatie beland.''

Vervecken is dus de jager; Nys telkens het wild.

Vervecken: ,,Precies.''

Nys: ,,Als je al 24 keer hebt gewonnen en bijna nooit van het podium valt, is dat nu eenmaal zo.''

Vervecken: ,,Al zal mijn conditie moeten beter zijn dan de laatste veertien dagen. Als ik het voor het uitkiezen heb, dan liefst zo'n weer als nu en zoals in Zeddam. Ik houd ervan, ik kan goed tegen de koude. Dan hangen er tien renners bij elkaar en wordt er tactisch gekoerst. Dan stijgen mijn kansen. Ik kom dan beter uit de verf dan in een gevecht van man tegen man.''

Beweer jij dus dat Nys nog altijd te kraken is tijdens de wedstrijd.

Vervecken: ,,Iedereen eigenlijk. Ik ben er zeker van dat hij halfweg in Sankt-Wendel zal gedacht hebben:

shit, 'den

Erwin' hangt er nog aan. Zelfs bij het ingaan van de laatste ronde

. Automatisch heb je da een stressfactor. Daarvan ga je altijd minder rijden. Dat vreet krachten weg. Terwijl ik het omgekeerde fenomeen heb. Het gevoel van, ik heb hem hier bijna vast. Ik krijg dan plots meer energie.''

Nys: ,,Je kunt wel blufpoker spelen: iemand laten rijden, iemand een gat laten dichten. In het wiel kruipen. Dat speelt vooral mentaal. Je denkt:

verdorie, ik verbruik hier krachten, terwijl de anderen in het wiel zit.

Verleden jaar in Zeddam is me dat té dikwijls overkomen. Slechts één moment had ik de titelstrijd in handen. Ik zat voorop met Erwin en Vanthourenhout, maar plots reed Sven lek. Elk detail tijdens zo'n uur is belangrijk. Dat was hét kantelmoment. Hij wachtte op Bart, voor mij was het naar de vaantjes.''

Vervecken: ,,Het was voor ons de enige manier om te winnen.''

Jullie zijn toch zo lief voor elkaar. Waar zijn de tijden dat Eric De Vlaeminck en Berten Van Damme elkaar ook verbaal te lijf gingen.

Nys: ,,In Eriks tijd was het niet waar geweest dat Van Damme van Roubaix kwam en vroeg hoe het parcours van Nommay erbij lag omdat hij 's namiddags gecrost had en Erik de omloop had verkend.''

Vervecken: ,,Moet kunnen.''

Nys: ,,Ik denk dat we later, als we gestopt zijn, met zijn allen samen lekker kunnen gaan eten. Kunnen lachen en babbelen over vroeger. Nu zijn die mannen van twintig jaar geleden nog altijd bezig met uit te maken wie nu eigenlijk de beste was. Ze maken nog altijd ruzie over één bepaalde koers. Onze generatie is anders, hoewel de lichting later, die van Albert en Boom meer met getrokken messen tegenover elkaar staan dan wij.''

Terloops in deze dopingtijden. Coach Rudy De Bie zei op 'Studio Brussel' dat ook hij zijn handen niet in het vuur stak dat veldrijden nu dopingvrij is. Ben Berden stelt vast dat er minder rap wordt gereden.

Nys: ,,Ik rijd in elk geval niet minder rap dan twee jaar geleden.''

Vervecken: ,,We denken soms ook wel van iemand: hei, jij rijdt toch bijzonder rap. Dan denk je ook wel eens in je achterhoofd wat. De wilde jaren zijn voorbij. Halfweg de jaren negentig was het erger.''

Nys: ,,Dat was toen niet enkel in het veldrijden, maar overal. Het aantal buitencompetitie-antidopingcontroles moet opgetrokken worden. Ik heb er nog maar één gehad.''

Vervecken: ,,De pakkans moet groter worden. In sporten waar er veel geld te verdienen is, bestaan er altijd uitspattingen. Ik denk dat we op de goede weg zijn. Zonder er naïef over te doen. Er bestaan nog mensen die er zich mee bezighouden, maar het is geminderd. Dat denk ik toch.''

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen