Vorige week zondag 10 maart was Brussel-Zepperen de enige koers die – ondanks het stormweer dat over Vlaanderen raasde – niet werd geannuleerd. Dat had uiteindelijk ferme gevolgen voor Mattias Raeymaekers, die er niet bepaald goedkoop van afkwam. De Stabroekse renner van het Hubo-Titan cargo CT liep een dubbele kaakbeenbreuk op en zat een week aan de sapjes.
Wat is er precies gebeurd in Brussel-Zepperen waardoor je ten val kwam?
Mattias Raeymaekers: “Het hele peloton was op 1 lang lint getrokken, met verschillende breuken. De snelheid lag enorm hoog, er was een rukwind die me naar de zijkant van de weg katapulteerde en zo kwam ik tegen een borduur ten val. Tot mijn grote pech kwam ik abrupt tot stilstand door met mijn kin tegen een paaltje van een wei te botsen.”
Had de organisatie de wedstrijd moeten annuleren?
Mattias Raeymaekers: “Ongetwijfeld. De keuze om de wedstrijd te laten starten, vond ik al op het randje. Eerst moeten we nog een omgevallen schoorsteen, een boom en een elektriciteitsdraad ontwijken, waarna de koers geneutraliseerd werd. 5 minuten daarna beslissen ze dan om gewoon weer verder te koersen. Ongelofelijk. Elke organisatie wil zijn koers uiteraard laten doorgaan zolang het kan, maar hier kon de wielerbond of de politie onmogelijk onze veiligheid garanderen. En dat is op dat moment toch hun verantwoordelijkheid. Dat ze in het extreme weather protocol in plaats van extreme koude en extreme warmte ook eens extreme wind opnemen. Dan is het voor alle instanties duidelijk wanneer ze moeten ingrijpen.”
Waarom ben je zelf dan toch gestart?
Mattias Raeymaekers: “Dat is een heel goede vraag. Ik denk dat ik ervan uitging dat het veiligheidsrisico minimaal was als zowel de wielerbond als de politiediensten ons lieten starten. Tenslotte hebben we allemaal een rugnummer opgespeld en dan ga je in een soort van overlevingsmodus om toch maar datgene te bereiken waar je een hele winter voor hebt getraind. Ook sta je met enkele ploegmaten aan de start die ambitie hebben en je wilt die jongens niet in de steek laten.”
Wat waren de gevolgen van je crash?
Mattias Raeymaekers: “Ik voelde onmiddellijk dat er iets fout was met mijn kaak. Door een scheurtje in mijn tong bloedde ik ook hevig. Ik hoopte nog dat mijn kaak uit de kom was, maar na onderzoek in het UZ Leuven bleek dat ik een dubbele breuk had in mijn kaakbeen.”
Streep door jouw rekening dit voorjaar?
Mattias Raeymaekers: “Uiteraard. Het klinkt misschien wat vreemd, maar als dit dan toch moest gebeuren, dan was dit een ideaal moment. Als alles vlot geneest, mag ik vanaf 14 april terug de baan op en sta ik op 17 april aan de start van de Arden Challenge. Dat is het ideale moment om terug koersritme op te doen voor de weken die dan volgen. Dan staan er immers nog enkele mooie rondjes op het menu. Vanaf morgen/maandag mag ik zelfs al terug op de rollen rijden.”
Je hebt een week vloeibare voeding moeten eten. Lastig?
Mattias Raeymaekers: “In het begin is dat lastig, ja. Vooral omdat slikken, lachen en niezen allemaal pijnlijk is. Maar al snel word je dat gewoon en begin je al die shakes wel te appreciëren. Ook de massale berichtjes die ik ontvangen heb, deden enorm deugd en motiveren me des te meer om er nog een mooi seizoen van te maken. Vooral van mijn huidig team heb ik enorm veel steun. Het is op momenten als deze dat je merkt hoe hard onze ploeg aan elkaar hangt en dat het hele plaatje klopt.”
Hoe sta je er nu fysiek voor?
Mattias Raeymaekers: “Ik heb nu nog maar een week training gemist en kan vanaf morgen/maandag terug de rollen op. Een geluk bij een ongeluk is dat mijn trainer Yvo Van Herck een specialist is in rollentrainingen. Hij heeft me afgelopen winter meermaals enkele uren per dag op de rollen gezet, dus ik weet wat me te wachten staat. Ik werk ook met plezier aan mijn comeback, dus ik kijk er naar uit.”
Wanneer wil je er terug vol staan? En welke koersen pik je er dan uit?
Mattias Raeymaekers: “Ik plak er geen datum op. Mijn doel voor het seizoen was om zo constant mogelijk te zijn en dat ga ik niet veranderen. Na de Arden Challenge volgen de Essor Breton en de Waalse rondjes. We hebben in onze ploeg een goede mix van ervaren klimmers en jonge kerels met talent. Het zou leuk zijn deze ploegmaten mee te helpen aan successen.”