Interview Belgisch kampioen Yves Lampaert (27) voelt zich klaar om dit voorjaar een stap hogerop te zetten. Maar het woordje kopman wil hij niet uitspreken. “Ik vind dat een moeilijk woord. Dat bestaat bij in ons team alleen als er gesprint of geklommen moet worden, niet in de klassiekers.”

“Ik heb een vrije rol. Dat is wat anders kopman. Maar dat geldt ook voor Philippe Gilbert, Zdenek Stybar en Bob Jungels. We kunnen allemaal winnen. Zelf Florian Sénéchal. Die vrije rol betekent dat we we ons mogen sparen in de eerste koershelft. Persoonlijk zal ik mij iets langer mogen sparen dan vorig jaar. Maar in de finale wordt de vluchter beschermd. Zo gaat dat bij ons. Het zal in de Omloop niet anders zijn.”

Hoe verzwakt is de ploeg na het vertrek van Terpstra?
“Eind 2017 vertrokken Marcel Kittel en Matteo Trentin. En Tom Boonen was na het voorjaar al gestopt. Toch behaalden we vorig jaar meer overwinningen dan ooit. Het is dus niet dat er wanhoop is. Al wordt het misschien iets moeilijker om die ‘kwaliteitskoersen’ te winnen.”

Bob Jungels komt er bij. Kan hij Terpstra vervangen?
“Fysiek kan hij het absoluut aan. En hij kan over stenen rijden. Als jongere won hij Parijs-Roubaix. In de Tour van vorig jaar hield hij vlot stand in de kasseirit. Al bestaat de kans dat hij in zijn eerste wedstrijden wat leergeld betaalt. Er is nog niet over tactiek gepraat, maar misschien is Bob wel de man om te anticiperen.”

In het voorjaar van 2018 pakten jullie de koers bijna overal in handen. Daar was de E3 Harelbeke het mooiste voorbeeld van. Kan dat nog?
“We blijven sterk in de breedte. Natuurlijk kunnen we dat. We hebben er ook geen baat bij om een sprint af te wachten. Tenzij in Kuurne dan. Maar  in de Omloop moeten we zeker proberen om de koers hard te maken en onze collectieve sterkte uit te buiten. Vroeg aanvallen is trouwens ook in mijn voordeel, ik kan lange finales aan. Al zal ik het dan wel iets slimmer moeten aanpakken dan bijvoorbeeld in Harelbeke vorig jaar. Daar koerste ik te overmoedig. Dat kwam Niki goed uit, maar zelf had ik ook liever langer meegegaan. Iedereen leert uit zijn fouten, hé.”

Ben je tevreden van de voorbereidingskoersen die je reed? 
“Ja. Zowel in de Tour de la Provence als in de Ronde van de Algarve heb ik mij een paar keer kunnen testen. Dat zie je niet altijd aan de resultaten. In de Algarve waren er twee sprintetappes (met Jakobsen als kopman, red) en twee ritten met aankomst bergop. Maar ik heb me, zoals gepland, wel een paar keer pijn gedaan. En in de tijdrit ging ik à bloc.”

Je topconditie bewaar je ongetwijfeld voor de week van de Ronde en Parijs-Roubaix. Hoe goed ben je nu al?
“Ik ben nog niet super, maar het openingsweekend is toch een belangrijke test. Mocht ik kunnen winnen, zal ik het absoluut niet laten liggen. Alleen is de Omloop een hele moeilijke koers om te winnen.”

Vooral voor Quick-Step. Het is veertien (14!) jaar geleden dat Patrick Lefevere nog eens mocht juichen in de Omloop. Waarom is dat zo een moeilijke koers?
“Omdat in deze fase van het seizoen iedereen nog fris is. Iedereen heeft honger en iedereen denkt dat hij een kans maakt om te winnen. Kijk er de uitslagen maar op na. Hoe lastig de Omloop ook is, je ziet hoe dan ook altijd wel een verrassende naam in de top tien opduiken.”

Yves Lampaert rijdt zondag ook Kuurne-Brussel-Kuurne, waar Deceuninck-Quick-Step met Fabio Jakobsen een gooi naar de zege kan doen. Lees hier wat Lampaert vertelt over het jonge Nederlandse sprinttalent.