Het winterseizoen begon in Geraardsbergen met een valse noot voor Eli Iserbyt, maar de pas 21 geworden West-Vlaming had snel zijn niveau te pakken. Het gaat de laatste weken in mooie stijgende lijn en dat is ook de manier waarop hij zijn carrière aanpakt. “Ik focus me in mijn laatste beloftenjaar toch al grotendeels op de profs, maar ik wil me ook niet verbranden”, zegt de regerende wereldkampioen veldrijden bij de U23.
Je hebt deze zomer opmerkelijk langer op de weg gefietst dan vorig jaar. Andere aanpak?
Eli Iserbyt: “Ik train nog altijd onder mijn persoonlijke coach Rudi Van de Sompel, dus qua aanpak is er weinig veranderd. Maar sinds de komst van Gianni (Meersman, red) naar Malux-Bingoal rijd ik nu wel meer koersen op de weg. Het was de bedoeling om meer body te kweken en ook om mijn basis te vergroten richting de winter. Ik merk dat dat nu al zijn vruchten afwerpt. Ik moet de komende maanden mijn topniveau langer kunnen aanhouden en ook langer die grote wattages kunnen trappen. Daarom is het belangrijk om in de zomer die rittenkoersen van 4 of 5 dagen te rijden. De voorbije crossen waren er allemaal aan een bijzonder hoog tempo. Dan is het belangrijk dat je meekunt.”
Je werd 3e in het eindklassement en won ook het jongerenklassement in de Boucle de la Mayenne, voor iemand als Max Kanter. In welke mate hecht je belang aan zo’n zaken? Prestige, of fait divers?
Eli Iserbyt: “Vooraf hadden we deze koers met de ploeg wel aangekruist, maar een doel om daar top 10 te rijden was het zeker niet. We weten natuurlijk wel vooraf wie er allemaal aan de start staat, dat motiveert. De meeste van die rondes zijn ook wel op ons lijf geschreven. Mijn proloog op de openingsdag in Laval was ook onverwacht heel goed (6e, red), en op die prestatie probeer je dan met het team voort te bouwen. Het is de verdienste van mijn ploegmaats die daar aan de start stonden dat ik daar beste jongere ben geworden. Het is leuk om zo als team naar elkaar toe te groeien, en die spirit neem je ook mee naar de winter.”
Hoe leef jij toe naar zo’n wegkoersen?
Eli Iserbyt: “Dat is natuurlijk heel anders dan in de winter. De sfeer is veel losser, het gaat er meer ontspannen aan toe. Het is ook eens leuk om als team te fungeren en te zien wie goed is en wie minder. Dan kan je indien nodig ook de focus verleggen. In het veld is het meer ieder voor zich en altijd meteen voluit, terwijl je op de weg voor elkaar kunt rijden. Die variatie is wel plezant.”
Hoe tevreden ben je met het seizoensbegin?
Eli Iserbyt: “Het begon niet goed met Geraardsbergen (18e, red) en die 1e cross in de VS. Maar vanaf de 1e wereldbekermanche in Waterloo was ik weer op niveau. Ik moest enkel in Gieten opgeven met materiaalpech. Voor de rest ben ik gestaag gegroeid in het seizoen, dus ik kan heel tevreden zijn.”
De vorm is aan het komen, heb ik de indruk. Hoe voel je dat zelf aan?
Eli Iserbyt: “Ik voel dat het herstel veel beter vlot. Soms moet je eens een dag langer herstellen, maar nu gaat alles zoals het moet. Ook op training voel ik dat mijn vorm echt wel goed is. Ik voel me zelf ook goed, en als de wedstrijden dan ook goed gaan, dan zit je echt in een flow. Maar het is zaak om constant te blijven presteren.”
Wat zijn de grote ambities in je laatste beloftenjaar? Want je won al een Europese en 2 wereldtitels…
Eli Iserbyt: “En toch vind ik die kampioenschappen belangrijk, want een trui aantrekken is altijd mooi. In de gewone beloftencrossen draait het dan weer meer om prestige. Dan wil ik voor mezelf iets bewijzen. Dat kan gaan van een hele wedstrijd op kop rijden tot een duel afmaken. Bovendien is het goed dat ik af en toe eens kan winnen. Zo verleer ik dat toch al niet. Bovendien kan ik bij de beloften zelf het tempo bepalen, terwijl ik bij de profs toch vooral moet volgen.”
Het lijkt alsof je een duidelijk carrièreplan hebt….
Eli Iserbyt: “Dat is zeker zo. Dankzij Wout en Mathieu verkies ik ook wel om de kampioenschappen bij de beloften te rijden. Af en toe bij de beloften rijden, zorgt ook dat ik stap voor stap kan groeien. Ik wil het juiste moment afwachten om over te stappen naar de profs en niet te snel opgebrand te geraken.”
Ben je een materiaalfreak?
Eli Iserbyt: “Ja, toch wel. Ik ben veel bezig met het gewicht van de fiets en het materiaal, de juiste versnellingen, de juiste cassettes, de tubes, de breedte van de wielen,… Als mijn shifter 1 millimeter verkeerd staat, dan voel ik het al. Ik probeer er dus voor te zorgen dat alles altijd in orde is. Dan ben ik ook gerust.”
In Gieten lag je eruit met technische mankementen. Frustreert zoiets jou?
Eli Iserbyt: “Zeker. Het was niet mijn beste cross, maar ik wilde hem wel graag uitrijden. Als die ketting 1.000 keer blokkeert, valt hij er 1 keer af. Ik had dus echt wel pech dat die net naast de chain catcher viel. Misschien stond die net iets te hoog afgesteld. Dat moet ik nog eens bekijken. Uit elke fout probeer ik te leren, dat sowieso.”
Jullie rijden met materiaal van Rotor. Wat zijn de voor- en nadelen van bijvoorbeeld singlespeed vooraan en chain catchers?
Eli Iserbyt: “Ik ben niet de grootste en niet de sterkste, dus ik verkies altijd singlespeed vooraan. Met dubbel voorblad moet ik naar 46 en dat is te groot voor mij. Ik neem ook een kleiner blad dan de meeste andere renners, met 44 of zelfs 42. Met 1 plateau kan ik veel explosiever crossen dan met een dubbel plateau. Het is wel zeer persoonsgebonden. Ik steek ook altijd chain catchers boven en onder om te zorgen dat die ketting er zeker niet af gaat, maar er kan altijd wel iets gebeuren.”
Tot slot, wat mogen we je wensen voor komende maanden?
Eli Iserbyt: “Die 4e plaats in de Superprestige van Ruddervoorde afgelopen zondag was boven mijn verwachtingen. Als ik de komende maanden nog een paar keer top 5 kan rijden bij de profs zal het niet slecht geweest zijn. Die kampioenschappen bij de beloften zijn ook wel belangrijk, maar daar focus ik me iets minder op, gezien ik volgend jaar toch definitief elite ben. Ik wil me nu niet meer verstoppen.”
Fotomateriaal: Bram Van Lent.