Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

interviewt
Veelers staat te popelen om rentree te maken

Veelers staat te popelen om rentree te maken

Maandag 18 januari 2016

Interviews - Vanaf eind mei 2015 is Tom Veelers (31) nauwelijks nog in koers geweest. Een tergend langzaam herstel van een kniekwetsuur houdt hem namelijk nog altijd aan de kant. . Een ingreep in april bracht tot nog toe niet het gewenste effect.  “Ik sta voor eind februari weer ingepland voor de ploeg, maar heb geen idee of ik het kan halen. Ik durf eigenlijk naar geen enkele koers echt uit te kijken, bang dat ik teleurgesteld word.”

Tekst: Roy Schriemer;  Foto: Giant-Alpecin

Veelers is ondertussen tegen en wil en dank een kniedeskundige geworden, zo vaak heeft hij zich in de materie verdiept en zo vaak heeft hij er over moeten vertellen. In de aanloop naar het wielerseizoen 2015 ontstond er opeens pijn in zijn linkerknie bij het doen van een krachttraining. Die pijn ging niet meer weg. “Volgens de deskundigen heb ik schade aan mijn kraakbeen opgelopen bij een val, ergens in mijn loopbaan. Die schade heeft zich bij die training geopenbaard. Het schijnt heel gewoon te zijn dat je – ook na een operatie – tijd nodig hebt om te herstellen. Die tijd wil ik mezelf ook geven, want ik wil weer gezond worden en weer deel uitmaken van het peloton. Maar natuurlijk duurt het me allemaal wel erg lang.”  Op zijn website meldt hij hogere wattages te kunnen trappen. Ook is de hoek waarin hij de pijn voelt kleiner geworden. Maar hij is voorzichtig. Een rentree in het peloton in mei 2015 en nog eenmalig in oktober bleek tijdelijk, de klachten keerden terug. Het is niet zo dat het explosieve karakter van zijn werk, het opjagen van de sprintsnelheid voor de sprinter van de ploeg, de blessure heeft verergerd. “Fietsen is een heel natuurlijke beweging voor de knie, ook als je dat op hoge snelheid doet. Voetbal of hockey is veel meer belastend, dit is puur een zwakke plek veroorzaakt door een val ergens in mijn loopbaan.”

Basisconditie op peil

De Twentse coureur van Giant-Alpecin zit ondertussen niet helemaal stil. “Ik kan mijn duurtrainingen doen, heb vorige week op trainingskamp in Spanje gewoon dertig uur kunnen maken. Maar ik kan de intensiteit niet opvoeren, dan krijg ik weer last van pijn. De pijn wordt elke keer wel iets minder en de artsen zeggen dat het opeens over kan zijn. Daar hoop ik op. Op het moment dat het herstel er is, wil ik onmiddellijk weer kunnen fietsen. Daarom heb ik mijn basisconditie ook altijd op peil gehouden. Ik zit nu wel lang genoeg aan de kant natuurlijk.” Het was goed om weer onder de renners te zijn. “Ik ben veel thuis geweest en dat lijkt leuk voor het thuisfront, maar ik zit er natuurlijk niet uit vrije wil en loop er ook niet dolgelukkig te zijn. Ik wil weer op pad. Als ik mijn ploeggenoten Down Under zie, dan wil ik daar ook zijn. Gewoon lekker fietsen zonder pijn of ander ongemak, dat is het mooiste wat er is. Je zult haast jaloers worden op iemand die zijn sleutelbeen breekt, die weet waar hij aan toe is. Bij mij stond er aanvankelijk twee tot zes weken rust voor, maar het is nu dus al veel langer.”

Niet mee met Kittel

Extra zuur was het dat de man waarmee hij zoveel successen vierde – Marcel Kittel – ook een kwakkeljaar kende en aan het einde van het seizoen naar Etixx-QuickStep verhuisde. Het was ook in dat opzicht een vreemd jaar. “Ik snap Marcel wel. Een renner is tien tot twaalf jaar prof en elk jaar dat je daar van weg gooit is zonde. In de ploeg liep het niet meer zoals vroeger op en dan moet je verder kijken. Ik kijk terug op mooie jaren met hem en ga de komende periode – als ik weer op de fiets zit – andere sprinters lanceren en ook van mijn kennis laten profiteren. Jonge renners als Ramon Sinkeldam, NIkias Arndt en Max Walscheid. Zoals ik vroeger ook wel eens gewerkt heb voor Kenny van Hummel, John Degenkolb of Robert Wagner. Ik hoef niet perse met Marcel te sprinten, maar onze samenwerking was gewoon heel goed en natuurlijk vind ik het  jammer dat die nu voorbij is.” Kittel belde Veelers nog wel op in Ootmarsum. “Hij heeft me wel gepolst of ik eventueel met hem mee wilde. Maar ik ben teveel vergroeid met mijn huidige team om dat te overwegen. Ik had op dat moment ook nog een doorlopend contract en de ploeg had juist zo veel geduld met mijn blessure gehad. Maar bovenal ben ik thuis bij Giant-Alpecin. Ik geloof in de filosofie van dit team, sta achter hun werkwijze. Ik voel me ook gehoord als ik een mening heb over hoe we het aan moeten pakken in een sprint of in een wedstrijd, dat vind je ook niet overal.”

Voorlopig programma

Veelers is nog niet de parcoursen van bijvoorbeeld de Giro-start in Gelderland aan het bekijken. “Ik heb een voorlopig programma, maar ik vind het niet zo zinvol om te melden wat daar allemaal op staat. Ik heb namelijk zelf ook geen idee of ik dat allemaal ga halen. Dan kan ik me wel verheugen op of inlezen voor een bepaalde koers, maar de kans bestaat ook dat ik er niet rijden zal. Die teleurstelling wil ik mezelf besparen. Ik kan nu niets meer doen dan zorgen dat ik qua conditie op punt sta. En wachten tot de pijn verdwijnt.” Toch gaat het Veelers te ver om te zeggen dat hij met de operatie niets op geschoten is. “Ik kan natuurlijk nog altijd niet fietsen, maar er is sprake van herstel. Als ik niets had gedaan, dan had ik geen renner meer kunnen zijn.”

Foto: © Team Giant-Alpecin



Eerder...

Interviews Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl