Leukemans: 'Ik ben in deze periode geen leuke jongen'

© BELGA

Omdat Boonen en Gilbert in Harelbeke ontbreken, dragen Björn Leukemans en Stijn Devolder er namens Vacansoleil de Belgische vlag. Leukemans (33) was vorig jaar de man die net achter de twee inlandse wereldsterren kwam, maar hoe zou het nu met hem zijn? Hugo Coorevits

Hugo Coorevits

Uit de uitslagen valt je staat van paraatheid niet op te maken. Hoe gaat het met jou?

'Ik mag niet klagen. Ik sta scherp. Zonder pech won ik misschien al een rit in Bessèges (waar hij derde werd, red.). In de Algarve had ik wat last van het zitvlak en in Parijs-Nice was ik véél beter dan vorig jaar. Maar er was het geel van ploegmaat Thomas De Gendt en zelf verkoos ik om met de handrem op te rijden.''Ik had iets beter verwacht in Dwars door Vlaanderen, maar qua gevoel zat het goed. Nadien heb ik nog bijgetraind, zodat ik woensdag in totaal 260 kilometer had. Dat doe ik na Harelbeke ook. Op de terugweg laat ik mijn vader Boudewijn in Temse de auto langs de kant zetten. Fiets eruit, en via een lusje rijd ik terug naar Bevel. Het moét, hé. Mijn weken komen eraan. Eigenlijk weet ik al sinds Fayt-le-Franc dat het goed zit. Leukemans, de man die dacht dat hij niet alleen voorop kon rijden.' Het valt op hoe mager je bent. Eet je nog wel?'Dat vragen ze me ook in het peloton. Woensdag tastten Lars Boom en Bobbie Traksel nog aan mijn armpjes. Let op, Leukie, dat je niet omver waait onderweg, zeiden ze. Laat ze maar lachen. Ik ben tiptop. Ik ben niet magerder dan vorig jaar, toen ik ineens vijf à zes kilogram verloor. Toen was het bij momenten echt honger lijden. Ik heb misschien meer spiermassa dan vorig jaar, want als je zo plots vermagert, breek je ook dat spierweefsel af en verlies je energie. Maar sinds vorig jaar let ik doorlopend op mijn voeding. Ik draai rond de 65 kilogram voor 1,77 meter.' Ben je niet té obsessief bezig met je lichaam?'Het is nu dat het moet gebeuren. Nu mag ik niet ziek worden. En daar let ik op. Een journalist van wie ik vermoed dat hij een verkoudheid of griep heeft, ontvang ik niet. Sorry. In het rennershotel loop ik in een brede bocht om kuchende mensen. Liefst geef ik geen handdruk. Kan ik niet anders, dan was ik onmiddellijk de handen of ontsmet ik ze zelfs. Sinds januari al slapen Jessie en ik apart. Dat zijn de regels van het spel. Ze doet er niet moeilijk over, ze wist dat al van vorig jaar. Eigenlijk ben ik vooral een gewoontedier. Ik besef het, ik ben in deze periode thuis niet echt een leuke jongen.'

Lees het volledige interview in Het Nieuwsblad van 26 maart

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen