‘Wat kon ik doen? Hem doodschieten?’

© belga

‘Ik ken dat gevoel om alleen naar Meerbeke te rijden. Dat deed ik vijf jaar geleden’, mijmerde Tom Boonen, tweede achter de ongenaakbare Cancellara. ‘Ook ik had nu tijd om na te denken, maar het deed héél véél pijn.’

Hugo Coorevits

Toen Tom Boonen lang na de finish op het idyllische Gemeenteplein van Meerbeke de autocar opzocht, had de Belgische kampioen de nederlaag al lang geplaatst. De ontgoocheling om een gemiste derde zege en de berusting van het eerste moment hadden zich al vermengd met fierheid én honger om in Parijs-Roubaix Fabian Cancellara een koekje van eigen deeg te bakken.

Wat gebeurde er op de Kapelmuur? Je draaide als eerste op en gaf Cancellara het gevoel deze Ronde onder controle te hebben?‘Kon ik er daar bijblijven, dan kreeg hij het heel moeilijk om me nog eraf te rijden. Het was geen geheim dat dit de plek kon worden waar hij toesloeg. Ik had de koppositie genomen om te zien wat er gebeurde. Hij begon ook niet verschrikkelijk hard. Toen hij me links passeerde, moest ik me neerzetten. Er schoot wat kramp in het rechterbeen. Ik hoopte dat ik snel mijn ritme terugvond. Maar hij pakte 20 seconden voorsprong op één kilometer. Wat moest ik doen? Hem doodschieten? Ik moet er geen tekeningetje van maken. Ik ontwikkelde 55 km per uur richting Ninove, maar hij moet minstens 60 hebben gehaald. Dan moet je zich bij de zaken neerleggen.’

Dan ging je maar voluit voor de tweede plaats.‘Natuurlijk won ik liever. Het zat er ook heel dik in, maar ik knok even graag voor de tweede als de eerste plaats. Maar Fabian heeft momenteel een van de betere periodes uit zijn leven.’ Je ging al op 45 km van de finish Hét Duel aan.

‘Ik wou op de Molenberg zelf iets ondernemen. Ik draaide aan de leiding op. Maarten Wynants was eerder weggegaan in een groepje om te anticiperen. Ik demarreerde half en zei tegen Maarten: wacht nog wat. Toen reed Cancellara rechts op kousenvoeten weg. Ik zat wat geblokkeerd achter die teruggepakte vluchters. Ik moest manoeuvreren, maar reed toch gemakkelijk het kloofje met de Zwitser dicht. In de vlucht voelde ik me ook niet minder. Hij reed me ook niet piependood, maar hij is wél de wereldkampioen tijdrijden. Dat ben ik niet. Dat word ik nooit. Eenmaal Cancellara weg is, is hij weg.’

Het liep zoals uitgetekend in het scenario. ‘Ja en neen. Voor de Kluisberg zat ik achter een valpartij. Het duurde 30 kilometer vooraleer ik weer voorin kwam aansluiten. Dat was dikke miserie, bullshit. Iedere keer dat we aansloten, vielen ze opnieuw. Terwijl de mannen van Saxo Bank volle bak op de kop aan het rijden waren. Voor Stijn Devolder duurde het nog veel langer vooraleer hij weer in positie kwam. Dat kostte ook mij wat krachten, maar ik denk dat iedereen na zo’n hele zware klassieker een verhaaltje bij heeft.’ Het leek alsof je in een zetel naar je derde Ronde van Vlaanderen trok, om Cancellara dan snel eventjes te kloppen op de Hallebaan.

‘Dat heb ik nooit gedacht. Je mag zelfs met Leif Hoste vooroprijden, dan nog weet je dat niet zeker. Ik wist dat ik heel veel kans had, dat wel. Maar als je niet erbij kunt blijven, is het heel simpel.’

Kan je leven met de wet van de sterkste? ‘Ik leg me niet bij de situatie neer. Zondag heb ik opnieuw een kans. De afgelopen jaren heb ik toch dikwijls getoond dat Parijs-Roubaix me nog iets beter ligt. In de Ronde heel goed, in de Hel super. Het wordt opnieuw met het mes tussen de tanden.’

Je ploeg was ineens ook nadrukkelijker aanwezig dan in Waregem of de Driedaagse. ‘Ik denk dat ik de laatste was die twijfelde aan de ploegmaten. Je wordt soms op je ploeg afgerekend, maar we hebben nooit gereden met de mensen van vandaag, uitgezonderd in Harelbeke. Toen was iedereen goed, vandaag was iedereen nog beter.’

‘Roubaix is nog altijd een iets ander verhaal. Ik weet niet welk weer ze voorspellen. Ik heb gehoord dat het opnieuw slecht zou zijn in het weekend. We zullen zien. Het wordt weer oorlog tussen Saxo Bank en Quick Step.’

Nu Cancellara bewijst zo sterk te zijn, is het niet nog belangrijker in de Hel in blok te rijden? ‘Er zijn geen geheimen. Op het laatste schiet je met twee man over. Het is utopie te denken dat je hem met verschillende mensen volgt. Ik ben al blij dat ik bij hem kan blijven. Ik heb er wel geen schrik van. Ik had vandaag eventjes pech, ja. Schiet mijn wiel niet even op de Kapelmuur door waardoor ik patineer. Het was nadien wel even trekken en sleuren, maar ik bleef goed trappen. Hij werd echter wereldkampioen tijdrijden met twee minuten voorsprong. Dan weet je dat je heel hard moet rijden om tijd terug te nemen. Het was een goede brommertraining voor Parijs-Roubaix.’ Je lijkt wel de moderne Poulidor van de klassiekers. Tweede in Parijs-Tours, tweede in Milaan-Sanremo, Harelbeke en nu de Ronde van Vlaanderen.

‘Dat betekent dat ik de meest regelmatige renner van de wereld ben.’

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen