'Woede is mijn drijfveer'

© © BELGA

'Als ik denk dat ik kan winnen, dan zeg ik dat en dan win ik ook meestal. Is dat arrogantie? Neen, dat is zelfvertrouwen.' Voor alle duidelijkheid: dit jaar heeft de wonderbaarlijke spurtbom-met-inhoud Mark Cavendish nog geen enkele keer gezegd dat hij kon winnen. Aan de vooravond van Milaan-Sanremo waarin hij met het nummer één van start gaat, is zijn conditie één groot vraagteken, maar vergis u niet in Cavendish. 'Als ik iets gemeen heb met Lance Armstrong, dan wel dat wij gedreven worden door hetzelfde: woede.'

Neen, de voorbereiding was ideaal. Meer zelfs, de voorbereiding op het nieuwe seizoen was rotslecht en dat had veel te maken met wat in januari nog het best bewaarde geheim was van HTC Columbia, maar inmiddels is uitgelekt. Al tijdens de stage op Mallorca gonsde het van de geruchten dat de tandontsteking van Marc Cavendish 'self inflicted' was. Eigen schuld, dikke bult dus.

Een stem uit het HTC Columbia huishouden schudde daarbij het hoofd en verwoordde het toen zo: 'Dat hij een Paraguayaans lief neemt, tot daar aan toe. Dat hij met haar ook nog eens naar haar thuisland wil in zijn vakantie, ook mee eens. Maar wie laat in godsnaam een chirurgische tandcorrectie uitgerekend in Paraguay uitvoeren? Paraguay of all places...'

Daar, bij de kaakchirurg in Asunción of was het toch een kaakchirurg in Italië gevolgd door een infectie in Asunción - want de versies lopen uiteen - hypothekeerde Marc Cavendish zijn seizoensstart. De ingreep lukte en er werd een tand te veel verwijderd waardoor de rest beter zou gaan staan, maar het gat ontstak en op Mallorca sprak Cavendish - ook zo al moeilijk te verstaan - letterlijk als een boer met kiespijn. Over Paraguay zei hij toen dit. 'Ik heb vanochtend nog in de spiegel gekeken. Het zijn geen Paraguayaanse bacteriën. Het is iets anders, vraag het mij ook niet want ik ben geen expert.' Discussie gesloten. Dat hij in Mallorca niet trainde, is overigens gelogen, maar hij beperkte wel de intensiteit.

De voorbereiding was dan niet ideaal, maar heeft dat de focus voor dit jaar veranderd?

'Milaan-Sanremo winnen met de nummer één op mijn rug wordt moeilijk. Maar ik wil vooral de groene trui in de Tour veroveren, met zoveel mogelijk ritoverwinningen. En in Melbourne wereldkampioen worden.'

En wat met je verschijning in de Ronde van Vlaanderen?

'Dat zeg je goed: verschijning. Ik kom niet om te winnen, maar om kennis te maken en misschien doe ik in de toekomst wel een gooi naar winst. Ik ben realist.'

Dat zei jij vorig jaar voorafgaand aan Milaan-Sanremo ook.

'Okay

(lacht)

. Als ik een positie ben dat ik

Flanders

kan winnen, zal ik ervoor gaan, maar ik zal nooit ontgoocheld zijn als ik niet win. Kan ik het ooit: ja. Zal het morgen zijn: wellicht niet. Je hebt ervaring nodig en ik zal ook voor het team moeten werken. Dat komt niet vaak voor en dat neem ik dan liever ter harte. Maar de hoofdreden dat ik de Ronde van Vlaanderen wil rijden, ligt toch in de beleving rond die wedstrijd. Traditie in het wielrennen betekent veel voor mij. Ik ken de geschiedenis en ik ken de beelden: al dat volk langs de kant van de weg. Ik wil die wedstrijd léren rijden en ik wil dat gevoel hebben dat ik op die hellingen omhoog word gestuwd door die duizenden mensen.'

Hoe blijf jij gefocust na een jaar zoals vorig jaar?

'Dat was moeilijk, dat geef ik toe. Ik had die persoonlijke problemen

(lief gedumpt, verhuisd en de tanden rechtgezet, red.)

en ik heb een extra lange periode zonder fiets ingebouwd. Toen het eenmaal weer moest, had ik er zin in. Ik hou van fietsen, dus dat valt nogal mee.'

Op training rij jij nog vaak met Erik Zabel en dan praten jullie de hele tijd. Ben je nog steeds aan het leren?

'Precies, het gaat de hele tijd over fietsen en dan echt alle aspecten ervan. Erik is al een tijdje gestopt, maar die is net als ik: hij zit gewoon heel erg graag op die fiets. Tegenwoordig mag je geen lol meer hebben in fietsen als de SRM

(een vermogenmeter die de training registreert, red.)

er geen lol in heeft en dat ding heeft er nooit lol in. Ik vind het allemaal best hoor, die wetenschappelijke benadering en ik steek ook veel op van Erik en zelfs van de SRM want ik betrap mijzelf erop dat ik nu ook op wattage train, maar wij hebben het echt over basic biking, de liefde voor de fiets en alles wat daarmee verbonden is. Tegelijk kunnen we samen ook genieten van het landschap en van een vogel die overvliegt.'

Hoe belangrijk is Zabel voor jou geweest?

'Niet te schatten. Eerlijk, zonder hem had ik nooit zo vaak zo belangrijke wedstrijden en ritten gewonnen. Zijn aanwerving als adviseur van de ploeg voor mij, is de aanzet geweest voor het succes. Hij heeft mij in enkele maanden geleerd hoe ik Milaan-Sanremo moest winnen.'

Je bent de enige van het team die niet moet testen op een labofiets. Hoe belangrijk is dat?

'Voor mij is dat heel erg belangrijk want omgekeerd zou het mijn vreugde in het fietsen vergallen. Als ze mij in een slaapkamer zetten op zo'n fiets met allemaal draadjes aan mij, is de lol er voor mij af. Meestal komt daarna ook een mannetje met een hele papierwinkel in zijn handen op mij af om te zeggen dat ik er niks van kan. Dat motiveert mij niet bepaald.'

Is alles bijgelegd met Tom Boonen, die beweerde dat jij de Poggio niet over zou geraken?

'Jazeker. Tom en ik kunnen het goed met elkaar vinden. Wat hij toen heeft gezegd, dat hebben jullie opgeblazen en ik was zo dom daar op in te gaan.'

Hij staat alvast niet op de zwarte lijst in je boek. Filippo Pozzato, jij noemt hem de showpony, krijgt er wel van langs.

'Ja, oké, dat heb je dan met een boek.

(lacht)

Ook dat is inmiddels bijgelegd. Ik woon nu in Italië dus ik heb er geen belang bij met de Italianen ruzie te hebben. We hebben het uitgepraat. Hij heeft naar mij ooit

amateur

geroepen en dat getuigde niet van veel respect. Vandaag is dat helemaal anders: ik voel dat hij mij respecteert en dat is omgekeerd ook het geval.'

Maar Riccardo Riccó blijft een parasiet.

'Dat denk ik wel. Iedereen kan een fout maken. Hij is betrapt op CERA, maar hij voelt zich niet eens schuldig en heeft ook helemaal geen spijt. Het is alsof hij laat uitschijnen dat hij is betrapt en alle anderen hetzelfde doen maar niet worden betrapt. Dat maakt mij woest. Zo'n houding vermoordt de mooiste sport ter wereld. Het is ongelooflijk ontmoedigend om tegen en met dat soort mensen te moeten sporten.'

Woede, anger in het Engels...

'...is my drive. Er zijn er die dat ongezond noemen. Ik heb rekeningen te vereffenen met alle mensen die niet in mij hebben geloofd. Lance Armstrong had dat ook en heeft dat nog altijd. Ik ben in goed gezelschap.'

Van jou wordt soms gezegd dat je arrogant bent.

'Ben ik arrogant? Ik ben helemaal niet arrogant. Als ik denk dat ik kan winnen, dan zeg ik dat en win ik ook meestal. Is dat arrogantie? Neen, dat is zelfvertrouwen. Te veel mensen hebben mij destijds mijn zelfvertrouwen ondermijnd

(doelt vooral op Simon Jones, een trainer in het wielercentrum van Manchester met wie hij voortdurend overhoop lag, red.)

, dat ik er nu zelf voor zorg. Ik ben de hardste werker als het er op aan komt. Ik weet dat ik nog een hele weg heb af te leggen, maar niemand had verwacht dat ik een klassieker kon winnen, niemand had verwacht dat ik helling over zou geraken, niemand verwachtte meer van mij dan een sprintzege in een vlakke, niet te lange wedstrijd. En ik won Milaan-Sanremo.

(raakt helemaal opgewonden)

Ik zal nooit op 'l Alpe d'Huez winnen, daar kan je van op aan, maar ik wil ook daar vorderingen maken. Jullie zien mij altijd in de gruppetto eindigen en denken:

die Cav geraakt echt niet over een brug.

Ik kàn de tweede groep in de Alpen bijhouden, maar dan verspeel ik krachten met het oog op de sprintetappes. Wil ik een Paolo Bettini worden? Hij was eerst sprinter en later won hij Lombardije. Knap. Maar dan kies ik er eerder voor om een Jalabert te worden. Dat is bij mijn weten de enige die zichzelf helemaal heeft omgeschoold van beste sprinter tot beste allrounder.'

Ik las je boek Boy Racer...

'...en ik wil het nomineren voor de Nobelprijs, wil je dat zeggen?

(lacht)

Wat vond je ervan?'

Goed, alleen een beetje plaatsvervangend gênant zijn de passages waarbij je het over je aanstaande en je trouw hebt.

(Het gezicht op donderstand)

'Dat is privé. Ik heb een boek geschreven en tussen het schrijven en het verschijnen zitten noodgedwongen een paar maanden. In die tijd is één en ander veranderd in mijn leven, maar nogmaals: dit is privé.'

Niettemin gênant.

'Ja, daar ben ik het mee eens, maar laat me mijn shit. Ik zal hem opruimen. Ik heb een andere vriendin, ik woon daardoor in Italië, dus mijn wielertraining kan het alleen maar ten goede komen en dat is het voornaamste. Op het Isle of Man kon ik alleen maar in de wind trainen en was het altijd koud en regenachtig.'

Vorig jaar in de Tour was jij de sensatie samen met Bradley Wiggins, twee baanrenners die mediatiek de Tour mee kleurden.

'Surprising niet? Ik weet dat jullie denken dat baanrenners circusacteurs zijn, maar op de wielerbaan moet je vooral inhoud hebben.'

Dat denken wij Belgen alvast niet. Sercu-Merckx was een gerenommeerd baankoppel en ze wonnen in 1974 de groene en gele trui in de Tour.

'Meen je dat? Ik moet er mijn geschiedenis eens op naslaan. Sercu's naam heb ik wel zien staan in de lijst met groene truiwinnaars en ik ken hem als baas van het zesdaagsecircuit, maar ik wist niet dat het dezelfde man was. 1974 is ook zo lang geleden. Bijna dertig jaar

(veertig, red)

, maar van Merckx had ik natuurlijk gehoord. In Engeland heb ik met jongens gefietst die de hele geschiedenis van het wielrennen uit hun hoofd kenden. Merckx is big. Maar euh, Bradley en ik hebben we nog een weg af te leggen want Merckx en Sercu hebben wel hun truien tot het einde kunnen houden.'

Sky, zeg daar eens iets over. Je wordt daar nu al gesignaleerd voor volgend seizoen.

'Ik werd daar vorig jaar ook al gesignaleerd en waar zit ik? Bij Columbia, sorry HTC-Columbia. Als er een ploeg op mij afstapt met keiharde garanties dat ik Paris-Roubaix en Milaan-Sanremo of de Ronde van Vlaanderen zal winnen, dan stap ik meteen over. De vraag is alleen of ik mij kan verbeteren. Hoe het team dit jaar voor mij heeft dubbel geplooid, dat kan ik nergens anders krijgen. Rijkdom wordt niet bepaald door de grootte van het contract.'

Zijn de jongens van Sky concurrenten of partners, straks in de race?

'Veel van hun renners zijn vrienden die ik nog ken van onze opleiding in Manchester, van onze ergernissen over coaches die ons dingen lieten doe die we liever niet deden. Zijn het vrienden? Ik weet het niet. Gelukkig is het geen specifieke sprintploeg, anders was het elke rit oorlog tussen ons en dat had ik niet leuk gevonden.'

Meer nog dan Milaan-Sanremo of een andere klassieker, is je doel de groene trui in de Tour. Vanwaar die obsessie?

'Omdat geel mijn petje overstijgt. Ik heb al vorderingen gemaakt in het soort wedstrijden dat ik win, maar de Tour zal ik wellicht nooit winnen. Ik ben een sprinter en de groene trui heten wij in het Engels

the sprinter's jersey

. Als je zes ritten in de sprint wint aan 35 punten de rit, kom je uit op 210 punten. Dat haal je nooit met winst in bergetappes en ook niet met tussensprinten of met lange ontsnappingen. Vorig jaar had ik de groene trui al moeten winnen. Ik werd gediskwalificeerd ten voordele van Thor Hushovd, maar onterecht. Ze namen mij 14 punten af, terwijl ik er 10 te kort kwam. Vorig jaar heb ik trouwens ontdekt dat de Tour mijn reden van bestaan is, er is niks groter in onze wereld en ik wil het voor geen geld missen.'

Is Hushovd ook dit jaar de voornaamste concurrent?

'Ik dacht het wel. Die man heeft zoveel ervaring en hij kan ook andere etappes winnen. Wie ik ook snel heb zien progressie maken, is Tyler Farrar. Hij is een paar keer dicht bij mij geëindigd, maar dan ging ik maar aan 80 of 85 procent. De Tour de France draait toch om het opsparen van energie. Eigenlijk geef ik mij alleen voor de volle honderd procent op de Champs-Elysées en daar stond hij niet op de foto. Ik wil niet elke etappe met tien meter voorsprong winnen, één meter volstaat.'

Wie zou u kunnen kloppen?

(denkt lang na)

'Niemand. Als ik doe, wat ik moet doen en het team doet wat het moet doen, dan win ik elke sprint.'

Het vertrek van Hincapie als bestuurder van uw trein is wel een aderlating.

'Dat klopt, want we moeten hem zelfs vervangen door twee man, maar de mensen vergeten dat ik ook won zonder trein. Niet zo vaak als mét de trein, maar vaak genoeg. Het volstond niet, want we wilden alle sprints winnen. Met een trein kan dat, want dan verlies ik niet meer.'

Win je niet liever een sprint helemaal alleen, zonder gangmakers?

'Neen. Als alles in een team klopt, en iedereen geeft zich volle bak om jou te laten winnen, dat geeft zo'n mooi gevoel, ik word daar zo opgewonden van achteraf. Dat is echt het allerbeste gevoel omdat je je vertrouwen in de handen van acht ploegmaats legt. Milaan-Sanremo was ook het resultaat van ploegwerk. Eén man zat in de ontsnapping, twee man reden met mij over de La Manie, twee man over de Cipressa en Hincapie nam mij op sleeptouw over de Poggio en zette mij af in de laatste kilometer. En toch is de Champs-Elysées mijn mooiste ooit. Nooit heeft een team de Champs-Elysées van het begin tot finish gedomineerd. Ze hebben ons de hele tijd stokken in de wielen proberen rijden, maar we bleven mooi samen en dan op het laatst reed George iedereen eraf. Ik zie nog zo de verbazing op het gezicht van David Millar toen George vertrok. Zo hard, op kasseitjes en met een gebroken sleutelbeen. Ik reed al bijna op sprintsnelheid toen ik werd afgezet. We werden ook nog eerste en tweede op het einde van drie harde weken.'

Waar komt die wil om te winnen bij jullie team vandaan? Is er iemand die dat vuurtje aanstookt?

'Neen, dat groeit binnen het team. Wij zijn vrienden en ploegmaats, maar eerst vrienden. Als ik win, dan zie ik het vuur in alle andere ogen en dan ik ben heel trots op onze ploeg.'

Er komen ook twee WK's aan voor niet-klimmers. Zijn die een doel op zich?

'Jazeker. Melbourne is geen sprint-WK, maar ik kan voorin zitten in de laatste ronde en dan kan ik winnen. We hebben een fantastische nationale ploeg die bereid is te werken. Kopenhagen in 2011 wordt zeker een sprint. Ik heb een regenboogtrui, twee zelfs, maar die zijn van de ploegkoers. Dezelfde trui een heel jaar mogen aantrekken om op de weg te rijden, dat lijkt mij wel wat.'

En de Olympische Spelen? U bent zowat de enige Britse baanwielrenner die nooit een olympische medaille won.

'Dat klopt en dat frustreert mij. Alleen, ik ben geen baanwielrenner meer. Ik ben een

road racer

en ik zal nooit meer - ook niet in 2012 - een Tour de France opgeven halfweg zoals in 2008 om de Spelen voor te bereiden. Ik wil wel nog deelnemenaan de Spelen, maar win ik geen medaille, dan is dat ook goed voor mij. Die nieuwe discipline - het omnium in de plaats van ploeg- en puntenkoers - dat moet mij in principe liggen. Ik heb veel omniums gewonnen. Dat de ploegkoers niet langer olympisch is, laat mij voorlopig koud. Ik vind het wel jammer voor de jongens die er een bestaan hadden op gebouwd. Die raken zelfs misschien hun inkomen kwijt.'

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen