Vervecken: 'Ik was nog geen waardige wereldkampioen'

Drievoudig wereldkampioen Erwin Vervecken (35) kon nog geen moment schitteren. Het begint niet enkel te knagen aan hem, in het veld krijgt hij soms ook rake opmerkingen. 'Toch is er beterschap. Net op tijd want mijn lievelingscross in Koksijde komt eraan.'

Hugo Coorevits

Qua populariteit moet hij de duimen leggen voor Sven Nys en Bart Wellens, maar qua regenboogtruien is de 'Lange van Lille' de succesrijkste van deze generatie. Aan zijn Fidea-camper is hij nog altijd gemakkelijk benaderbaar, terwijl altijd weer de massa samenpakt bij 's werelds nummer één en de Belgische kampioen. Hij heeft ook niet dat

flashy

imago van de twee kemphanen. 'Mijn supporters zijn meestal ouderen en kinderen.' Vervecken is eerder een lekker ouderwetse crosser. Zijn harem bestaat uit zijn vader-mecanicien, zijn moeder-soigneur, meestal zijn broer, en af en toe zijn Liesbeth met de veertien maanden oude tweeling Louis en Marie. De 35-jarige Kempenaar heeft geen trainer noch psycholoog. 'Dat is toch allemaal niet nodig. Ik sta met mijn twee voeten op de grond. Is dat minder professioneel? Veel van die renners steken te veel energie in dingen die er niet echt toe doen. Puur om zich mentaal goed te voelen en hun eigen geweten te sussen. Nys en Wellens weten trainingstechnisch voldoende wat ze moeten doen. Als je dertig jaar bent weet je toch hoe je moet trainen. Je moet toch je 'polleke' niet worden vastgehouden. Of 's avonds vragen wat je daags nadien moet doen. Ze hebben die mannen nodig om hen op te peppen, om zelfvertrouwen te krijgen. Als je tien keer hoort dat je de beste bent, dan ga je dat ook zelf geloven. Het oogt professioneler. Die behoefte heb ik nooit gehad. Ik kom thuis bij Liesbeth en de kinderen en schakel de knop 'veldrijden' uit. Op die manier deed ik het ook in mijn beste jaren. Ik trainde wel, maar was totaal niet bezig met de wedstrijden zelf. Hoe meer ik me in dit vak druk maak, hoe minder ik presteer. Ik heb mijn eigen, ietwat nonchalante manier. Eigenlijk ben ik niet zo'n freak. Zo ben ik woensdagavond met Liesbeth gaan eten. Ik heb geen paardenbril op. Ik leef tussendoor. Niet à la Tom Vannoppen, ik heb niet de behoefte om bier te drinken, of om uit te gaan.'

'Qua materiaal ben ik wel te weinig fanatiek. Als het in het begin van het jaar in orde is, is het goed. Ik moet niet de laatste nieuwe snufjes hebben. Ik durf rondrijden met een tube die aan de zijkanten begint te slijten. Ik ben niet zoals sommigen die elke cross een nieuwe ketting willen, of om de twee weken een nieuwe tube.'

In de grote confrontaties is een vijfde plaats op de Koppenberg en in Niel je beste resultaat. Wat mager voor een drievoudige wereldkampioen.

'Het is niet goed, al is het nog geen catastrofe. Ik ben stilaan beter en beter aan het worden. Ik had ook al heel wat materiaalpech, maar ik mankeer de jongste twee jaar toch wat explosiviteit. Mijn sterkste punten waren een goede start en een heel sterke laatste ronde. Dat lukt nu niet, waardoor ik in een koerssituatie verzeil die me niet ligt. Ik moet nu telkens een tijdrit van één uur rijden. Waardoor ik in de finale dat extraatje mis. Afgelopen zondag in Gavere was het de eerste keer dit seizoen dat ik goed vertrokken was, maar vroeger was ik tweede, of derde geworden. Ik was nog geen waardige wereldkampioen.'

'Ik heb ook twee grote fouten gemaakt. Ik trok naar Amerikaanse crossen in volle opbouw van de conditie. Ik croste er 's avonds extreem laat naar Europese normen. Met een jetlag erbovenop. In oktober reed ik alle crossen. Veel te veel. Waardoor ik te weinig op uithouding kon trainen. Ik zit nu niet op het niveau dat ik wil, maar wel op een aanvaardbaar niveau. Op het WK in Hooglede kreeg ik mijn deel van de tegenslag, maar uiteindelijk had ik alle geluk aan mijn zijde. Ik heb er geprofiteerd van andermans pech, het hoort er allemaal bij.'

Zeggen ze het je ook direct in het gezicht dat je als regenboogtruidager eerder ondermaats bent?

'De zaterdag na Hooglede moest ik het al horen. Je hebt altijd zatte mensen, fanatici die roepen, maar veel mensen staan positief ten opzichte van mij. Het is anders dan bij Nys en Wellens. Je bent pro of contra Sven en Bart. Ik sta er meer neutraal tussen. De cross is tegenwoordig Nys-Wellens. In het verleden was ik ook heel dikwijls tweede, maar toen spraken ze toch over 'Het Duel'. Dit jaar heb ik nog geen recht van spreken.'

Toch blijf je zeggen dat Nys minder is.

'Da is ook zo, maar hij blijft wel de beste van zijn generatie. Ik heb het gevoel dat hij dit jaar ook weer mentaal breekbaarder is. Vorig jaar zat Nys op zijn troon. Je mocht daar stukjes van afzagen, hij maalde er niet om. Ik denk dat hij na Niel en Pijnacker op maandagmorgen toch in zijn haar heeft gekrabd. Hij had het wel over rugpijn, maar daar lag het niet aan. Hij heeft zoals elke mens ook wel eens een dipje. De hegemonie van Nys is wat aan het afbrokkelen. Vorig jaar moest je niet twijfelen wie er zou winnen. Nu is het toch anders. Je ziet het ook aan zijn gebaren bij de finish. Vorig jaar had hij iets van:

okéé, nummer dertien is binnen

.

Op naar de veertien

. Nu stroomt de frustratie er gewoon uit. Zowel zaterdag als zondag. Hij spreekt ook de taal van zijn trainer Van Den Bosch.'

Essen, Baal en Heerlen zijn omlopen die je haat. Bovenaan je lijstje favorieten staat Koksijde, gevolgd door Overijse, Hofstade en Gavere.

'Ik heb iets met de Koksijdse duinen. In 1994 pakte ik er brons op het WK, maar veertien jaar geleden won ik er de eerste keer bij de profs. Ik heb acht WK-medailles (drie gouden, evenveel zilveren en twee bronzen), maar ik stond aan de Westkust negen keer op het podium en won ook vier keer. Koksijde is voor mij een parameter. Valt het tegen, dan ben ik zaterdagavond niet te pruimen.'

Veldrijden 'boomt' nog altijd. Gavere had betere kijkcijfers dan de interland van de Rode Duivels. Er is dit jaar altijd spektakel.

'Vorig jaar kon je voor de start zeggen: tachtig

procent kans dat Nys wint, die andere twintig procent gingen naa

r

Wellens en mij

. De top is nu veel breder. Vantornhout is erbij gekomen, Stybar ook. En dan is er vooral Lars Boom, het grootste talent. In Pijnacker heb ik hem dingen zien doen die ik nooit gekund heb. Toen iedereen op de limiet zat, versnelde hij opnieuw. Dat wordt een gevaarlijke klant bij het WK in Treviso. Het zou goed zijn voor de cross dat er eens geen Belg wereldkampioen wordt, maar pakweg Boom of Mourey.'

Al dik een week loopt een blijkbaar vals gerucht dat een veldrijder positief is bevonden bij een out of competition-controle.

'Is Leukemans niet die veldrijder? Iedereen van Fidea kreeg al thuis een brief gestuurd met de melding:

proficiat, u

bent negatief'

. Het is een heel goede evolutie dat ze kort op de bal spelen. Ik ben begonnen in volle epotijd. Ik dacht dat hier en daar een enkeling ermee bezig was. Ik was naïef blijkbaar, het gebeurde veel meer dan ik dacht. Ik heb nooit de behoefte gevoeld om me te laten verleiden. Het is mijn geluk geweest dat ik niet hyperambitieus was. Niet impulsief van natuur. Ik zat op een niveau dat ik er toch mijn loon kon mee verdienen. Ik denk dat het ook met opvoeding te maken heeft. Het heeft mijn carrière vertraagd. Het is niet toevallig dat ik pas sinds 2000 voorgoed ben doorgebroken.'

Heb je nog dromen in deze sport?

'Ik wil nog een Belgische titel. Met Hofstade tref ik dit keer een parcours dat me perfect ligt. Ik was er al derde, drie keer tweede en won er vorige winter. Ik wil ook nog eens de UCI-ranking aanvoeren. Een eindklassement binnenhalen, is nog zo'n uitdaging. Ik won wel twee keer de eindstand in de GVA, maar dat was toen niet van hetzelfde niveau als nu. Toch ben ik niet mistevreden. Ik werd drie keer wereldkampioen. Dat is het bewijs dat ik er op het topmoment sta. Een loper piekt nu naar de Olympische Spelen van Peking. De wereld vraagt zich ook niet af wat hij een week voordien deed in een regionale wedstrijd.'

'In bepaalde seizoenen was Berten Van Damme beter dan De Vlaeminck, maar Eric werd wereldkampioen. Dat wordt wél onthouden. Ik ben ook geen pure kampioenschapsrenner. Tussendoor won ik toch ook vier Wereldbekers, negen Superprestigecrossen en een zevental GVA-wedstrijden. Ik ben niet van het niveau Sven Nys. Bart Wellens zal ook wel een derde keer wereldkampioen worden, en Groenendaal heeft, de wereldtitels uitgezonderd, een beter uitgebalanceerd palmares. Maar ik sta wel mijlenver boven de rest. Niels Albert moet nog altijd zijn eerste Wereldbeker winnen. '

Hoe lang ga je er nog mee door? In maart word je al 36 jaar.

'Ik heb een contract tot einde 2008. Ik zou heel graag eindigen na Tabor 2010, daar waar ik in 2001 voor het eerst wereldkampioen werd. Dan is de cirkel rond. Kan ik niet meer mee, dan gooi ik eerder de handdoek. Ik wil me hoeden voor het jaar te veel. Hoewel, ik heb geopteerd voor een gezonde en lange carrière. Ik ben stilletjes opgekomen, ik zal stilletjes uitdoven.'

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen