Hugo Coorevits

Voor de grote massa was de zoon van ex-prof Johnny Schleck twaalf maanden geleden nog een nobele onbekende. Een van de zovelen van de Gouden Lichting 1980, waartoe ook Tom Boonen en Alejandro Valverde behoren.

Fränk Schleck was vorig jaar vooral

Meneer Regelmaat

. Zijn zege in de Amstel Gold Race en de Touretappe met aankomst op L'Alpe d'Huez waren twee absolute uitschieters in een indrukwekkend lang uitslagenlijstje. Elfde als debutant in de Tour de France. Vierde in de Waalse Pijl. Zevende in Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije en toch ook al vijfde in Parijs-Nice. Zijn regelmaat leverde hem een derde plaats op in de eindstand van de ProTour, na de ongenaakbare Spanjaard Alejandro Valverde en Samuel Sanchez.

Valverde is er zondag niet bij in wat toch opnieuw weer de start van de ProTour, editie drie, is. Al krijgen de hoge omes van organisatiebureau Amaury Sport Organisation al braakneigingen wanneer je het woord ProTour op de lippen neemt.

Fränk Schleck weigert zichzelf tot absoluut topfavoriet te bombarderen van een rittenkoers die nu eenmaal een heel prestigieus palmares bezit. Het bulkt van de Tourwinnaars. Het lijkt wel de Tour de France in één week. Tourkannibalen als Jacques Anquetil (5), Eddy Merckx (3), Miguel Indurain (2) en Floyd Landis vorig jaar nog bewezen dat wie op de Promenades des Anglais in Nice op het hoogste schavot staat van meer mag dromen.

Als debutant was je drie jaar geleden negende, in 2005 zevende, en vorig jaar vijfde. Bij afwezigheid van ook al de in de Tour tegen de lamp gelopen Landis is het logisch dat je met stip start.

,,Het is géén doel op zich. Ik start zonder druk. Mijn seizoen staat of valt niet met Parijs-Nice. Met ook al ex-winnaar Bobby Julich in ons CSC-team starten we met twee kopmannen. Onze Amerikaan zit in vorm. Donderdag, wanneer we in Mende aankomen, weet ik iets meer. Dan zijn de klassementsrenner elkaar met de benen uitleg verschuldigd. In het pak van Parijs-Nice schuilt ook Alberto Contador. De Spanjaard van Discovery bekoorde me toch in de Ronde van Valencia met aankomst bergop in Alt del Campello. Sommige renners zijn al beter gerodeerd.''

Maar zelf werd je ook geruisloos derde werd in de eindstand. In je allereerste rittenkoers. Met daarvoor enkel de Ronde van de Haut-Var in de benen.

,,In het begin van de etappes was het gevoel altijd slecht. Dus het zit het goed. Ik heb nog nooit gevoeld dat ik heel goed rijd, of een steengoed renner zou worden. Het is aan anderen, mijn ploegmaats, om me te overtuigen dat ik goed ben. Al geloof ik ze nooit. Ik ben nu eenmaal van nature een eeuwige twijfelaar. Soms vind ik van mezelf dat ik werkelijk zwem. Dan word ik boos op mezelf en val ik aan. Ik ben zonder een normale dosis zelfvertrouwen geboren. Bergop ben ik altijd bang om gelost te worden.''

Je hebt ook redenen om doorlopend aan jezelf te twijfelen. Had Bjarne Riis die winter van 2002 een uur langer gewacht van je te telefoneren, dan zat je nu misschien ergens op een bureautje als ingenieur mechanica in plaats van potentieel Tourwinnaar op termijn.

,,Was Jan Ullrich toen ingegaan op de aanbieding van CSC, dan had je nooit van de prof Fränk Schleck gehoord. Het was de dag vóór de trainingsstage van de ploeg in Lanzarote. Ik had voor mezelf uitgemaakt dat ik Riis tijd gaf tot 17 uur om me te bellen. Deed hij dat niet, dan schreef ik me in als universiteitsstudent in Luxemburg. Ik had al alle inlichtingen ingewonnen. Om 15.46 uur ging de telefoon. Riis zei kordaat:

pak je koffers

.''

,,Ik kreeg het niet onder de markt om prof te worden ook al had ik mijn opleiding in Italië

(twee jaar bij De Nardi, red.)

en Frankrijk

(een jaar UC Châteauroux, red.)

gehad. Dat was voor mij een harde levensles. Mentaal ben ik van ijzer. Ik weet hoe broos het allemaal is. Je zult me nooit zien zweven. De dag dat ik tevreden ben over mezelf, moet ik stoppen. Dan maak je geen progressie meer.''

,,Mijn broer Andy heeft volgens mij veel meer talent dan ik, maar dat compenseer ik door mijn vechterstemperament. Hij is vijf jaar jonger en heeft nog niet dezelfde motor. Ik ben blij dat hij dit seizoen dikwijls hetzelfde programma rijdt, al heeft hij al een kleine break na Parijs-Nice.''

Je bent Luxemburgs 'Sporter van het Jaar'. In het Groothertogdom dromen ze al hardop van een opvolger van Charly Gaul, die in 1958 de Tour won.

,,Het wielrennen heeft bij ons echt een nieuwe boost gekregen. Het is opnieuw de populairste sport in de media. Zo probeert mijn vriendin Martine

(een voormalige loopster op middellange afstand, red)

, die in een evenementenbureau werkt, opnieuw het prestigieuze Tourcriterium van Luxemburg te organiseren. Maar het is nog te vroeg om van het Tourpodium te dromen. Bobby Julich en Jens Voigt denken dat ik op een dag de Tour kan winnen. Dat zegt toch iets, want dat zijn niet direct van de simpelste coureurs.''

,,Ik ben momenteel nog te beperkt in het tijdrijden. Dat wordt een werk van lange adem. Zo leg ik me pas na het klassieke voorjaar wat meer toe op de chronofiets.

First things first

. Ik ben ook nog niet klaar om de leider te zijn van de CSC-ploeg. Er komt meer bij kijken dan enkel snel rijden. Mijn Spaanse ploegmaat Carlos Sastre is dat wel. Over twee à drie jaar mik ik op een Tourpodium.''

Je bent een renner van de oude stempel: niet vies van een uitval in Milaan-Sanremo, tuk op de Ardense klassiekers, mikkend op de Tour en als het even kan ook nog schitteren in de Ronde van Lombardije.

,,Ik ben een man van alle seizoenen. Ik wil goed presteren in de Tour, maar ook de klassiekers liggen me na aan het hart. Ook Alejandro Valverde en Tom Boonen kiezen toch al enkele jaren voor een heel klassiek en lang seizoen. De beste training is de wedstrijd zelf.''

,,Ik probeer een eerste piek te halen in de Ronde van het Baskenland, met het oog op de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. De Cauberg is echte liefde, het blijft tot nog toe mijn mooiste overwinning. La Doyenne en de Ronde van Lombardije blijven voor mij mythische koersen die ik ooit op mijn erelijst wil. Ik probeer in de eerste plaats dit seizoen te bevestigen na toch wel hét jaar van de doorbraak. Kan ik Parijs-Nice meenemen, dat laat ik het wel niet liggen. Maar met mijn beperkte tijdritkwaliteiten begin ik op maandagmorgen na de proloog opnieuw met een achterstand.''